Eerste jonge zwijntjes in Groesbeekse Bos
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
In het Groesbeekse Bos in natuurgebied Rijk van Nijmegen zijn eind januari de eerste wilde zwijnen met biggen gesignaleerd. Sporen in de sneeuw hebben hun aanwezigheid verraden. Staatsbosbeheer adviseert om in deze periode op wegen en paden te blijven en de hond aan de lijn te houden.
Wilde zwijnen maken zich bij gevaar direct uit de voeten. Een gewond dier of een zeug met biggen kan echter gevaarlijk zijn. Als een bezoeker of een hond zich buiten wegen en paden begeeft en een nest jongen verstoort, zal de zeug haar jongen verdedigen. Vooral honden worden gezien als een bedreiging. Niet zelden met zware verwondingen als gevolg.
Honden aan de lijn
Staatsbosbeheer adviseert om vooral in deze periode op wegen en paden te blijven en de hond aan de lijn te houden. Naast de eventuele risico's van verwondingen hebben wilde dieren in het bos het al moeilijk genoeg in de winter. Iedere verstoring er dan één te veel. Staatsbosbeheer hoopt dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt zodat iedereen, zowel mens als dier, kan genieten van de Groesbeekse bossen.
Wild zwijn
Het wilde zwijn (Sus scrofa) is een imposant dier: groot, sterk, spijkerhard, snel en slim. De vrouwelijke dieren, zeugen, leven in familiegroepen. Die kunnen uit wel twintig of meer dieren bestaan. De mannetjes, keilers, leven vanaf hun tweede jaar alleen. Ze komen alleen bij de vrouwtjes op bezoek voor de voortplanting. Als er veel rust, ruimte en vooral genoeg voedsel is, krijgt een zeug veel jongen. Soms wel twee nestjes per jaar. De oudere zeugen krijgen in januari vaak al jongen. Moeder varken maakt dan op een beschutte plaats een nest, dat ze bedekt met gras en varens. Soms liggen er jongen van meerdere zeugen in een nest.
Bron: Staatsbosbeheer
Foto: Jörg Hempel, Creative Commons Attribution-Share Alike 2.0 Germany license