4 miljoen kilo eikels, weinig beukennootjes en zeer veel wilde zwijnen op Veluwe
De Natuurkalender, Vereniging Wildbeheer Veluwe, Wageningen UniversityAl sinds 1990 monitort de Vereniging Wildbeheer Veluwe de mastsituatie op de Veluwe. De hoeveelheid vruchten bepaalt namelijk in belangrijke mate de voedselbeschikbaarheid voor allerlei dieren. Op verschillende plaatsen wordt bepaald hoeveel vruchten er aan de bomen hangen. Op basis daarvan wordt het aantal kilo's per hectare bepaald. De inlandse eik (zomereik) neemt met zo’n 3100 hectare het grootste oppervlak in, gevolgd door de beuk met 2100 hectare en de Amerikaanse eik met 850 hectare.
Inlandse eik
De inlandse eik is dit jaar met een bijdrage van 3,1 miljoen kilo de hoofdleverancier. De bloei was goed en de late nachtvorst in april kwam op een moment dat de meeste eiken de knoppen nog dicht hadden. Net als voorgaande jaren deed zich geen kaalvraat door rupsen voor. De inlandse eik had daarmee een redelijke mast. In een jaar met extreme volmast kunnen de inlandse eiken zo’n 6,2 miljoen kilo eikels produceren. Eikels beginnen pas in de loop van juli te groeien, de omstandigheden qua temperatuur en regen waren in juli en augustus optimaal. Nu vallen al de eerste rijpe eikels uit hun hoedjes.
Amerikaanse eik
De Amerikaanse eik heeft ook een redelijke mast dit jaar, wat heeft geleid tot 850 duizend kilo eikels. Vorig jaar zaten er geen eikels aan de Amerikaanse eik door de nachtvorst in 2015. Dit jaar hadden we eind april ook een late nachtvorst, waardoor ze wederom een tik hebben gehad. Veel bomen hebben slecht in blad gestaan. De eiken die voor deze late nachtvorst al goed in het blad stonden, zien er wel goed uit. Door de late nachtvorst kan de mast volgend jaar nog weleens tegen gaan vallen.
Beuk
De beuk vestigde vorig jaar een record door voor het vierde jaar op rij beukennootjes te produceren. Dat was sinds 1990 niet voorgekomen. Meestal produceren de beuken het ene jaar wel en het jaar erop geen beukennootjes. Het was te verwachten dat de beuken dit jaar geen vruchten zouden produceren, maar toch heeft een enkele beuk gebloeid. De meeste bomen echter niet. De mast wordt geschat op maar vijf procent van het maximum en zou daarmee uitkomen op 210 duizend kilo beukennootjes. De zeer droge omstandigheden tot half juni kunnen er echter voor gezorgd hebben dat maar weinig beukennootjes volgroeid zijn.
Zeer veel wilde zwijnen
De ruim vier miljoen kilo vruchten die de drie boomsoorten samen produceren karakteriseren we als een gemiddeld mastjaar. Het recordjaar is 2000. Toen hadden alle drie de boomsoorten een extreme volmast en hing er naar schatting 10 miljoen kilo aan vruchten aan de bomen. 1991, 1996 en 2003 waren de daljaren met maar 790 duizend kilo. Het laatste jaar met weinig vruchten was 2012. Toen hing er maar 1,9 miljoen kilo aan de bomen. De jaren daarop waren allemaal gemiddelde mastjaren. Voor veel verschillende diersoorten is deze continue aanwezigheid van voedsel goed nieuws. De ontwikkeling van het aantal wilde zwijnen op de Veluwe is een mooi voorbeeld hiervan. Onderstaande figuur laat sinds 1991 het aantal wilde zwijnen op de Veluwe zien. Sinds 2013 is het aantal sterk opgelopen en heeft nu de stand van het recordjaar 2008 bereikt. De doelstand bedraagt 1300 a 1400 zwijnen in het voorjaar van 2018. Voor de verdere onderbouwing hiervan wordt verwezen naar de site van de Fauna Beheer Eenheid Gelderland.
Overal op de Veluwe zwijnen te zien
Tot maart 2017 was er nog weinig te merken van het grote aantal wilde zwijnen. Er lag voldoende voedsel in het bos waardoor de wilde zwijnen zich niet goed lieten zien. Door de geboorte van biggen en de beschikbaarheid van voedsel namen de aantallen snel toe. Maar door het grote aantal zwijnen nam de voedselsituatie af en werd de zichtbaarheid snel beter. Afgelopen voorjaar en zomer en ook nu nog kan je overal op de Veluwe zwijnen zien, midden op de dag, ’s ochtends en ’s avonds. Door de grote aantallen en de mindere voedselsituatie hadden ze het niet vet. Lokaal zijn daardoor nogal wat biggetjes dood gegaan. Ook het aantal aanrijdingen met zwijnen steeg snel.
Omgewoelde bodem
In het bericht “Zomerse temperaturen, maar herfst komt al op gang” maakte we al melding van een zeer vroege val van de eikels. Doordat de zwijnen zich tegoed doen aan de eikels, waar veel looizuur in zit, krijgen ze behoefte aan dierlijk eiwit. Ze woelen daarvoor de bodem om op zoek naar wormen en larven van de langpootmug. Geleidelijk aan kan op steeds meer plaatsen omgewoelde grond aangetroffen worden. Ondanks een afschot van bijna 3000 zwijnen in de maanden juli en augustus beginnen ze nu overal in grasmatten te wroeten. De behoefte is zo groot dat ze ook buiten hun leefgebied naar de hen bekende gazons en weilanden gaan.
Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University en Gerrit-Jan Spek, Vereniging Wildbeheer Veluwe
Foto’s: Arnold van Vliet (leadfoto); Hugh Jansman
Figuren: Vereniging Wildbeheer Veluwe