Niet alleen dagvlinders op rot fruit

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Nu er steeds minder bloeiende planten zijn, is rot fruit een goede vlinderlokker. Er komen dagvlinders als atalanta en gehakkelde aurelia op af, maar ook ’s nachts blijkt het in trek.

In een eerder Natuurbericht werd al gemeld dat het neerleggen van rot fruit vlinders kan lokken. De afgelopen weken zijn er dan ook meldingen geweest van atalanta, gehakkelde aurelia en bont zandoogje die op het fruit afkwamen. Maar ook ’s avonds en ’s nachts is het de moeite waard om het fruit in de gaten te houden.

Er zijn tientallen soorten nachtvlinders die nu nog actief zijn en er zijn er ook die pas nu actief worden. Deze hebben niet veel bloeiende planten meer om hun brandstof vandaan te halen en ze komen op andere manieren aan energie. Een aantal soorten is goed te lokken met rottend fruit. Dat kan gaan om allerlei verschillende fruitsoorten, als ze maar rot zijn! Zo zijn er waarnemingen bekend op appel, peer, sinaasappel, druif, banaan, meloen en pruim, maar het lijstje is ongetwijfeld nog fors uit te breiden.

Er is een grote kans om de agaatvlinder, een algemene nachtvlinder, op de fruitschaal tegen te komen. Het is een vrij grote soort met een licht- en donkerbruine kleur en een prachtig kapje over zijn lijf. De soort is niet te verwarren met andere vlinders. Ook het roesje kun je er verwachten. Deze soort overwintert als vlinder en zal, als het niet te hard vriest, overal gezien kunnen worden op zoetigheid. De hele maand oktober kun je ook de piramidevlinder aantreffen. Deze grote algemene nachtvlinder kruipt overdag weg in holle bomen en andere schuilplaatsen, soms met meerdere bij elkaar, en komt in de schemering weer tevoorschijn. Zeldzamer is de bruine essenuil, maar ook die kan op fruit worden gezien. Veel herfstuilen komen in oktober uit de pop en de komende vier weken zijn ook die te vinden op het rottende fruit. Bruine herfstuil is het meest talrijk, maar ook geelbruine, roodachtige en variabele herfstuil kun je er op tegenkomen.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting