Slecht jaar uiterst zeldzaam veenbesblauwtje
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Het veenbesblauwtje is een uiterst zeldzame dagvlinder. Hij komt alleen nog voor in een gebied in Drenthe en in een veentje in Groningen. Dit jaar waren er erg weinig vlinders aanwezig op deze laatste vliegplaatsen.
Het veenbesblauwtje is een echte hoogveenspecialist, waarvan de rupsen leven op kleine veenbes en lavendelhei. Het zijn dan ook bijzondere plekjes waar de soort nog voorkomt: hoogveenrestanten met veenmospakketten waar dophei, struikhei en kraaihei bulten vormen. Juist in de overgang van die bulten naar het open veenmos staan de waardplanten van de vlinder: kleine veenbes en lavendelhei.
De afgelopen tientallen jaren zijn veel van deze veentjes verdroogd en is het veenbesblauwtje uit veel van die veentjes verdwenen. Alleen bij Dwingeloo in Drenthe en bij Sellingen, in Zuidoost Groningen is de vlinder nog aanwezig. Veenbesblauwtjes vliegen maar in een korte periode: van half juni tot half juli. De rest van de tijd zijn de rupsen aanwezig, schuilend in het veenmos en etend van de waardplant. Het is niet eenvoudig om het veenbesblauwtje te zien te krijgen. De veentjes zijn vaak niet toegankelijk en dat is maar goed ook, want het is een zeer kwetsbaar leefgebied. De jaarlijkse tellingen en de losse meldingen in 2012 geven een somber beeld te zien. Sinds lange tijd zijn er niet zo weinig vlinders gemeld. Dat zal voor een deel te maken hebben met de weinig goede weersomstandigheden, maar dat alleen verklaart niet het lage aantal van dit jaar.
Het veenbesblauwtje is een van de doelsoorten in de campagne ‘Tien voor 12’. De Vlinderstichting wil met deze campagne bereiken dat er over tien jaar weer meer dan tien vliegplaatsen van het veenbesblauwtje en de andere elf doelsoorten zijn. In januari is een veentje in de buurt van de vliegplaats bij Sellingen aangepakt door de beheerder, Staatsbosbeheer, met ondersteuning van tientallen vrijwilligers uit het hele land. Er zijn stukjes afgeplagd, er zijn boompjes gekapt en er is opslag verwijderd om te zorgen dat de open veensituatie zich weer optimaal kan ontwikkelen. De waardplant van de vlinder, veenbes, is aanwezig en door de maatregelen zal deze plant alleen maar toenemen. Over een paar jaar zal ook dit veentje geschikt leefgebied vormen voor de vlinder. Of veenbesblauwtje uit zichzelf de afstand van net een kilometer zal overbruggen is de vraag. Het zijn weinig mobiele vlinders die ongeschikt landschap, en dat is bijna alles buiten het veentje, mijden. Bezoek de website Tien voor 12 voor meer informatie over de campagne en voor het steunen van de ernstig bedreigde vlinders.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Henk Bosma & Kars Veling