Mast bepaalt groei en ontwikkeling wilde zwijnen
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]
De wilde zwijnen hebben een goed jaar achter de rug. Door de goede mast vorig jaar waren de dieren de hele winter in goede conditie en hebben ze goed kunnen groeien. Dit jaar ziet het er een stuk minder rooskleurig uit voor de wilde zwijnen. Door de slechte mast deze herfst is het gemiddelde novembergewicht van de biggen het op een na laagste van de laatste twintig jaar. De overlopers doen het nog verrassend goed: waarschijnlijk hebben zij in oktober en november nog genoeg Amerikaanse eikels en vossenbessen kunnen vinden.
De groei en conditie van wilde zwijnen is afhankelijk van de mastsituatie en het aantal wilde zwijnen in een gebied. Het gewicht in januari blijkt een goede indicator voor de heersende voedselsituatie in een seizoen. Figuur 1 geeft de groei van biggen en overlopers (eenjarige zwijnen) in het afgelopen seizoen (2011/2012) vergeleken met de seizoenen 2004/2005, 2006/2007 en 2007/2008 weer. Allemaal goede mastjaren waarin zowel eikels als beukennoten te vinden waren.
Voor de biggen is de relatie tussen het januarigewicht en de hoeveelheid mast heel duidelijk te zien (figuur 1). De gemiddelde score van januari 2012 zit tussen die van januari 2005, 2007 en 2008 in. In 2004 en 2006 was de mast iets beter dan in 2011, en in 2007 iets slechter. De overlopers laten een minder nauwkeurig beeld zien. Afwijkend is vooral de groei in seizoen 2007/2008. Dit komt onder andere doordat er in het seizoen ervoor sprake was van extra voedsel in de vorm van beukenmast. Dit is ook de reden van het hoge gewicht in juli 2007.
De conditieontwikkeling gedurende het seizoen geeft ook inzicht in de voedselomstandigheden. Door goede mast van vorig jaar hadden de wilde zwijnen een goede winter. In de zomer van 2011 was hun conditie normaal, en werd vanaf augustus tot februari alleen maar beter. In deze hele periode zijn er geen tekenen geweest dat de mast op begon te raken. Figuur 2 geeft de gemiddelde gewichten van de wilde zwijnen per seizoen sinds 1999/2000 weer voor verschillende leeftijden en geslachten. Met uitzondering van de keilers (volwassen mannetjes) is het gemiddelde gewicht afgelopen seizoen in elke categorie gestegen. In de grafiek pieken de gewichten in het seizoen 2005/2006 en 2007/2008. Dit komt doordat er toen twee goede mastjaren achter elkaar voorkwamen.
Actuele situatie
Deze herfst zijn er weinig tot geen inlandse eikels en geen enkele beukennoot te vinden op de Veluwe. Anders dan in andere jaren met een slechte mast, bijvoorbeeld 2003 en 2010, zijn de overlopers nu nog goed op gewicht. Wellicht komt dit doordat de wilde zwijnen deze herfst op verschillende plekken nog Amerikaanse eikels en vossenbessen hebben kunnen vinden. In 2010 waren er ook Amerikaanse eikels; in 2003 waren er helemaal geen eikels te vinden. In dat jaar was het gemiddelde novembergewicht het laagst van deze eeuw.
De biggen hebben meer te lijden onder de slechte mast van dit jaar. Hun gemiddelde gewicht is nu vergelijkbaar met dat in november 2010; alleen in 2003 waren de novembergewichten van de biggen nog lager dan dit jaar. Nu de winter echt is ingevallen zullen de omstandigheden voor alle wilde zwijnen waarschijnlijk snel verslechteren.
Tekst: Sara Mulder, De Natuurkalender, in samenwerking met Gerrit Jan Spek, Vereniging Wildbeheer Veluwe
Foto: Jan Huttinga
Figuren: Vereniging Wildbeheer Veluwe