Opmerkelijke vangst in de Dommel: 1800 beekprikken
Bericht uitgegeven door Dienst Landelijk Gebied [land] op [publicatiedatum]
In de Dommel zijn in het kader van natuurcompensatie voor de aanleg van een verkeersknooppunt meanders aangelegd. De beekprik was van dit traject zeer spaarzaam bekend. Echter, bij onderzoek werden meer dan 1800 beekprikken gevangen en overgezet.
Ecologisch onderzoek naar beekprikken De Hogt
Ten zuiden van Eindhoven heeft bij de aanleg van verkeersknooppunt De Hogt natuurcompensatie plaatsgevonden. Hiervoor zijn in de beek de Dommel in maart 2012 onder andere drie meanders aangelegd. Nadat de meanders eerst via duikers met de Dommel in verbinding stonden zijn ze nu volledig in gebruik genomen. Hiervoor zijn de duikers verwijderd en delen van de Dommel tussen de meanders afgedamd (totale lengte afgedamde delen 140 meter), waardoor de hermeandering van de beek bij knooppunt De Hogt is voltooid.
De afgedamde delen zijn door medewerkers van Adviesbureau Viridis in opdracht van Dienst Landelijk Gebied op de aanwezigheid van beekprikken en andere vissoorten onderzocht. De aangetroffen vissen en beekprikken zijn overgezet in de meanders. Er zijn in totaal 1827 beekprikken gevangen, waarvan 31 volwassen dieren en 1796 larven (1 albino vorm). Dit is ruim 13 beekprikken per strekkende meter beek! Bovendien werden er 1950 kleine modderkruipers overgezet.
Levenswijze
Volwassen beekprikken leven slechts een half jaar en sterven na de paaiperiode in het voorjaar. De larven laten zich, nadat ze uit de eieren zijn gekomen, stroomafwaarts meevoeren en graven zich in de beekbodem in. Het duurt tot wel zes jaar voordat de larven een metamorfose doormaken tot volwassen beekprik.
Voorkomen in Brabantse beeksystemen
Het vóórkomen van beekprik in de Brabantse beeksystemen is, voor zover bekend, beperkt tot bovenstroomse delen van de Dommel, respectievelijk Keersop en Elsenloop. Een belangrijke populatie bevindt zich in de Keersop. In 2009 werden hier meer dan 1100 beekprikken gevangen (Noordijk et al., 2010). Benedenstrooms werd alleen in 2012 middels dit natuurbericht melding gedaan van een honderdtal beekprikken in de Dommel. Dit terwijl literatuuropgaven, die betrekking hebben op de benedenstroomse delen van de Dommel, uitgingen van slechts enkele dieren.
Habitatvoorkeur van larven in snelstromende diepe beken
De vangst van 1827 beekprikken in de Dommel zelf maakt duidelijk dat de beekprik niet alleen in de bovenstroomse, smalle en ondiepe delen voorkomt, maar ook in de benedenstroomse brede, relatief diepe en snelstromende delen. Opvallend daarbij is dat de beekpriklarven vooral volop aanwezig zijn in de zanderige beekbodem en niet alleen, zoals altijd wordt beschreven, in detritus- en slibbankjes, die ter plaatse beperkt aanwezig zijn. Dat er bij eerder onderzoek geen of zeer weinig beekprikken zijn gevangen heeft mogelijk te maken het feit dat daarbij vooral slib- en detritusbankjes zijn onderzocht. Immers, daarin zouden de larven volgens de literatuur leven en daar wordt altijd gemonsterd. Nu blijken de larven echter vooral in het zand te zitten.
Door de uitgevoerde verplaatsingsactie is duidelijk geworden dat:
- de Dommel een zeer belangrijk leefgebied van de beekprik in Noord-Brabant is;
- de beekpriklarven ook in de Dommel veel voorkomen in de zanderige delen van de beekbodem;
- inventarisatie met het schepnet in zanderige delen vaak een slecht resultaat oplevert;
- bij inventarisaties met het schepnet de afwezigheid van de beekprik niet afdoende kan worden vastgesteld (belangrijk ingeval de Flora- en faunawet in het geding is);
- er bij inventarisaties meer aandacht naar andere substraten dan detritus- en slibbanken moet uitgaan.
Meer lezen over de beekprik in de Keersop.
Tekst: Mark Meijrink, Theo de Jong, Mark Scheepens en Nico van den Berg
Foto’s: Sietze van Dijk