Op weg naar Veluwse paaigronden krijgt rivierprik duwtje in de rug, ook de beekprik geholpen
Provincie Gelderland, Stichting RAVON, Waterschap Vallei en VeluweRivierprikken zijn bijzondere visachtigen die opgroeien in zoet water, een tijdje vertoeven in de zee en ten slotte terugtrekken naar zoet water om te paaien. Een eenmalig retourtje, want na de voortplanting leggen de vissen het loodje: nageslacht produceren kost veel energie en hun complete maagdarmstelsel maakt plaats voor meer voortplantingsorganen. Het meest tot de verbeelding spreekt misschien wel hoe rivierprikken hun dagen in zee doorbrengen, namelijk als een bloedzuiger vastgezogen aan andere vissen.
Rivierprik en beekprik willen best samen paaien
Om te paaien zwemmen rivierprikken de Veluwse beken op, daarbij aangetrokken door de geurstoffen van de beekprik. De beekprik is genetisch gelijk aan de rivierprik maar heeft een andere levenswijze: hij trekt niet naar zee, maar is honkvast. Wanneer de rivierprik en beekprik elkaar treffen in de voortplantingsperiode, paaien ze ook met elkaar.
Beide vissen hebben Natura 2000-bescherming. Vooral de beekprik is de afgelopen decennia steeds zeldzamer geworden in Nederland. Stichting RAVON, provincie Gelderland en Waterschap Vallei en Veluwe sloegen de handen ineen: als we de rivierprik helpen de Veluwse beken beter te bereiken, worden genen uitgewisseld tussen de rivierprik en beekprik en maken we beide populaties diverser en daarmee robuuster.
Hoe kunnen we de rivierprik helpen?
Voor de rivierprikken is het nog niet zo eenvoudig om naar de Veluwse beken te zwemmen. Op hun weg naar de Grift vanuit de IJssel stuiten zij op twee onneembare barrières: de Hattemse Sluis in het Apeldoorns Kanaal en een waterkrachtcentrale in de Oude Grift. Verderop is er nog een stuw aanwezig bij landgoed Bonenburg in de benedenloop van de Grift.
Om de rivierprikken een duwtje in de rug te geven en te ontdekken waar kansen en knelpunten liggen op hun trektocht, heeft RAVON twee winters lang rivierprikken gevangen in de Oude Grift, ze gezenderd en stroomopwaarts in het Apeldoorns Kanaal en in de Grift overgezet. Met detectiestations is vervolgens gemonitord in welke aantallen individuen aankwamen bij de stuw Bonenburg, in de zijbeken van de Grift en in de Grift zelf. In aanvulling op de vaste meetstations hebben vrijwilligers met mobiele scanners gezocht naar gezenderde prikken.
In de tweede winter (2020-2021) is de stuw Bonenburg voorzien van een migratiemaatregel: een hellingstructuur met ‘prikkentegels’. Op deze tegels zitten noppen waardoor prikken meer houvast hebben en zo over de stuw heen kunnen kruipen. Dit om te onderzoeken hoe gemotiveerd de rivierprikken zijn om op te trekken richting de Veluwse beken en onder welke omstandigheden rivierprikken deze passage kunnen gebruiken.
Naar een definitieve oplossing
Inmiddels zijn we aanbeland in de derde onderzoekswinter, waarbij 157 volwassen rivierprikken zijn gevangen in de Oude Grift en overgezet in de Grift – voorbij alle obstakels tussen de IJssel en de Veluwse beken. Uit het onderzoek is gebleken dat de rivierprikken de stuw Bonenburg passeren wanneer deze is aangepast met prikkentegels. Vervolgens zwemmen ze onder meer naar de eerste stroomopwaartse zijbeek van de Grift, waar ook een beekprikpopulatie aanwezig is. Dat is alvast goed nieuws! Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat rivierprikken zichzelf weer kunnen redden. De drie partners zijn met elkaar in gesprek over eventuele mogelijkheden om de waterkrachtcentrale en de Hattemse Sluis vispasseerbaar te maken. De uitdaging vooralsnog: hoe zorgen we dat prikken en andere (beschermde) inheemse soorten wel kunnen oversteken, maar kwalijke exoten niet? Wordt vervolgd!
Tekst: Jeroen Tummers, Stichting RAVON, Margreet Brouwer, Waterschap Vallei en Veluwe en provincie Gelderland
Foto’s: Jesper Berndsen (leadfoto: de rivierprikken worden opgemeten voordat ze gezenderd worden); Jelger Herder; Jeroen Tummers, Stichting RAVON