DNA van varken in wild zwijn
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Tien procent van de wilde zwijnen in Noordwest-Europa heeft DNA van gedomesticeerde varkens. Dat stelt de leerstoelgroep Resource Ecology van Wageningen University, die het DNA van wild zwijn en tam varken vergeleek.
Onderzoeker Daniel Goedbloed vergeleek het DNA van 88 wilde zwijnen uit Nederland, Duitsland en Luxemburg met het genoom van het tamme varken. Tien procent van de zwijnen had DNA-fragmenten van het gedomesticeerde varken in haar genoom, meldt hij deze maand in het tijdschrift Molecular Ecology. Het binnendringen van de varkensgenen is in de afgelopen tien jaar gebeurd.
De uitkomst is verrassend, zegt mede-onderzoeker Pim van Hooft. 'De Nederlandse varkensstapel zit in een afgesloten omgeving en kan niet in contact komen met wilde zwijnen in het bos. We hebben geen aanwijzingen dat er tamme varkens ontsnappen uit de stallen.' Van Hooft vermoedt dat de vermenging van het DNA plaatsvindt op wilde zwijnen farms waar zwijnen worden gehouden voor de vleesconsumptie. Deze zwijnen worden vaak gekruist met tamme varkens om worpgrootte en groeisnelheid te verhogen. Hij vermoedt dat er zwijnen ontsnappen of worden losgelaten van deze farms, waarna ze paren met de wilde soortgenoten in het bos.
Of de inkruising van varkens-DNA gevolgen heeft voor de populatie wilde zwijnen, moet blijken uit vervolgonderzoek. Wellicht leidt de vermenging van DNA tot een hogere reproductie bij de wilde zwijnen, want tamme varkens krijgen meer jongen dan wilde zwijnen, zegt Van Hooft. Ook zou de weerbaarheid tegen ziekten bij de zwijnenpopulatie kunnen afnemen. Tamme varkens worden namelijk beschermd tegen besmettingen, waardoor de selectiedruk op ziekteresistentie is verminderd.
Resource Ecology kwam de DNA-vermenging bij toeval op het spoor. Ze doet onderzoek naar de genetische diversiteit en ziekteverspreiding onder wilde zwijnen, gefinancierd door de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging.