Houtpantserjuffer boort in bomen
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De houtpantserjuffer komt pas laat in het jaar en vliegt ook nog lang door. Dat komt doordat deze juffers als eitje overwinteren en pas in april als larve tevoorschijn komen. Je kunt nu de vrouwtjes zien boren in bomen langs het water.
De meeste libellen zetten hun eitjes in het water af en een aantal op planten langs de oever. De houtpantserjuffer is een bijzonder geval, want de vrouwtjes boren gaatjes in bomen en struiken en leggen de eitjes onder de bast. Daar blijven ze maanden zitten. In april komen de larven uit de eitjes: ze laten zich gewoon vallen en komen in het water, of vlak daarbij, terecht. De vrouwtjes gebruiken namelijk alleen maar bomen en struiken die aan de rand van het water staan. Houtpantserjuffers zijn late libellen, want hun top hebben ze in augustus en september en ook in oktober en november kun je ze nog te zien krijgen. Dan worden ze vaak veel donkerder en bruin metallic, terwijl de verse juffers prachtig fel groen zijn. Ze zitten in het hele land en zijn niet erg kritisch wat betreft de waterkwaliteit of de begroeiing in het water. Als er maar bomen of struiken langs het water staan kunnen ze er voorkomen.
Als je nu of de komende weken bij mooi weer langs de waterkant loopt, kun je ei-afzettende houtpantserjuffers vinden. Let vooral op de takken die boven het water uitsteken. Je ziet vaak de vrouwtjes eitjes afzetten terwijl de mannetjes hen nog achter de kop hebben vastgepakt. Het lijkt erop dat het mannetje het vrouwtje helpt met de zware taak. Met hulp heeft het echter weinig te maken, des te meer met jaloezie. De eitjes worden namelijk pas bevrucht op het moment dat het vrouwtje hen afzet. Het mannetje blijft haar dus op de huid zitten tot ze zo veel mogelijk eitjes heeft weg gezet met zijn zaad erbij. Als hij haar uit het oog verliest kan er snel een ander mannetje komen, die het zaad van het eerste mannetje weggooit en zijn eigen sperma ervoor in de plaats doet. De eitjes zitten dus onder de bast van de boom, maar aan de ‘bobbeltjes’ op de tak kun je ze goed herkennen. Zo kun je ook in de hele winter plaatsen in kaart brengen waar deze juffer voorkomt (zie het natuurbericht hierover).
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting