Nieuwe kokerworm in Zeeuwse Delta
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
Het gebeurt zeker niet dagelijks dat er in Nederland organismen worden aangetroffen die nieuw voor de wetenschap blijken te zijn. Toch is in de afgelopen jaren in de Oosterschelde een bijzonder fraaie kokerworm aangetroffen die, voor zo ver we nu kunnen beoordelen, nog niet eerder in de wetenschappelijke literatuur is beschreven. Het betreft een fraaie, opvallend paarsbruin gekleurde kokerworm van circa vier centimeter. De eerste waarnemingen van deze nieuwe soort zijn van 2010. Momenteel komt de soort lokaal al massaal voor in de zuidoostelijke Oosterschelde. Zeer waarschijnlijk betreft het een nieuwe exotische kokerworm van een nog onbekende oorsprong.
In de Nederlandse kustwateren neemt de Oosterschelde een bijzondere plaats in. De diversiteit aan leefgebieden en diersoorten is hier erg hoog, en het gebied is daardoor erg geliefd bij sportduikers. Tijdens een monstername bij Yerseke trof Marco Faasse, marien bioloog bij het onderzoekscentrum eCOAST, kokerwormen aan die niet goed op naam te brengen waren. Niet vreemd, want uit nader onderzoek bleek dat het dier onbekend was voor de wetenschap en als nieuwe soort beschreven moest worden. De worm kreeg de naam Bispira polyomma. Giangrande & Faasse, 2012. Marco Faasse stelt tevens voor om deze soort de Nederlands naam “Paarse kokerworm” te geven. De soort is nu voor het eerst beschreven in het wetenschappelijk tijdschrift Aquatic Invasions (Volume 7, online publ.: 2-8-2012).
De vondst is erg opmerkelijk, want het komt niet vaak voor dat uit Nederland geheel nieuwe diersoorten worden beschreven en zeker niet zulke opvallende als deze fraaie kokerworm. De worm leeft in een lange koker en heeft een circa vier centimeter wijde tentakelkrans met een kleur die varieert, naar gelang de lichtinval, van paarsbruin tot grijsblauw (zie foto’s). Momenteel is de Paarse kokerworm plaatselijk talrijk aanwezig in de Oosterschelde bij Yerseke. Dat het inderdaad zeer waarschijnlijk een voor de wetenschap nieuwe soort betreft is aannemelijk, omdat er recent een zeer belangrijke publicatie is verschenen waarin alle tot dan toe bekende Bispira-soorten zijn beschreven. De Paarse kokerworm komt in deze publicatie niet voor. Bispira-soorten komen wereldwijd voor in zowel de tropische, gematigde en koude wateren.
Waar de kokerworm oorspronkelijk vandaan komt is momenteel nog onbekend. Mogelijk zijn enkele exemplaren via een schip of met geïmporteerde schelpdieren meegekomen uit het buitenland. Of en waar de soort elders op de Europese kust ook voorkomt is onbekend. Hoe wijd het dier zich zal verspreiden is moeilijk te zeggen, omdat gegevens over deze soort van andere regio’s nog ontbreken. Maar gezien het succes waarmee deze kokerworm zich recent in de Oosterschelde heeft gevestigd en ook voortplant is het aannemelijk dat het dier zich in de Oosterschelde en mogelijk ook nog elders in de Zeeuwse Delta zal verspreiden. In de laatste decennia is het al eerder voorgekomen dat er invasieve exoten in de Oosterschelde zijn aangetroffen die nog niet in de literatuur bekend waren. Het betreft onder andere de Paarse buisjesspons en de Harige zakspons. Ook het Harig spookkreeftje werd beschreven van de Oosterschelde en de Gele wratspons van Bretagne en Oosterschelde. Pas enkele jaren later werd bekend dat het in beide laatstgenoemde gevallen soorten betrof met een Aziatische oorsprong.
Dit zal zeker niet de laatste verrassing van de Oosterschelde zijn. Dit watersysteem is volop in verandering en bezig een nieuw evenwicht te vinden. Bovendien blijven exotische soorten uit andere landen voortdurend binnenkomen, al vestigen ze zich hier niet allemaal succesvol. Naast een belangrijk gebied voor natuur en recreatie is de Oosterschelde een geweldig openluchtlaboratorium voor onderzoekers. En het is ook een gebied waar sportduikers van deze ontwikkelingen met volle teugen kunnen genieten. Of en welke mate deze introductie op termijn ook ecologische schade kan veroorzaken, blijft voorlopig nog de vraag en onderwerp voor nader onderzoek.
Tekst: Marco Faasse, eCOAST en Peter H. van Bragt, Stichting ANEMOON
Foto’s: Marco Faasse, eCOAST