Waasjes en korstjes
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op [publicatiedatum]
DNA onderzoek wijst uit dat allerlei korstjes en schimmels die gedurende de winter op dode stammen te zien zijn, gespecialiseerde paddenstoelen zijn. Ze zijn verwant aan onder andere het bekende Eekhoorntjesbrood.
Met het vallen van de laatste bladeren en het komen van de eerste vorst verdwijnen de meeste paddenstoelen onder het blad van de bomen en is hun hoogseizoen voorbij. Dat geldt weliswaar voor de paddenstoelen met een hoedje en een steeltje, maar voor een andere groep zeker niet. Het gaat daarbij om paddenstoelen die mycologen waasjes en korstjes noemen.
Waasjes en korstjes zijn te vinden op dode boomstammen en takken en vallen meestal niet erg op. Bekijk maar eens een dode boomstam en draai deze daarna ook eens om. Je zal zien dat deze in de meeste gevallen wordt bewoond door meerdere soorten waasjes en korstjes. De meeste wandelaars zien ze eerder als (lagere) schimmels op hout dan als paddenstoelen .
Maar komt eigenlijk door het beperkte beeld dat wij in het algemeen hebben van paddenstoelen. Microscopisch voldoen ze namelijk aan dezelfde kenmerken als bijvoorbeeld het bekende Eekhoorntjesbrood of de Vliegenzwam. Tegenwoordig worden een aantal dan ook eerder gezien als gespecialiseerde of aan bepaalde omstandigheden aangepaste hoedje/steeltje paddenstoelen, waar ze in veel gevallen oorspronkelijk zelfs van afstammen.
Zo hebben de Dakloze huiszwam (Serpula himantioides) en het Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) een gemeenschappelijke voorouder ook al lijken ze totaal niet op elkaar. Pas de laatste jaren zijn wetenschappers er door DNA onderzoek achter gekomen dat veel waasjes en korstjes een verrassende verwantschap hebben met uiteenlopende groepen paddenstoelen zoals russula's en boleten. Een verwantschap die wat hun uiterlijk betreft bepaald niet voor de hand ligt.
De meeste waasjes en korstjes hebben een hoge luchtvochtigheid nodig voor hun voortbestaan en deze is gedurende de late herfst en tijdens vorstvrije perioden in de winter voor hen ruimschoots voorhanden. Helaas zijn ze niet erg populair bij mycologen en natuurliefhebbers. Dit is jammer, want er valt nog een hoop te ontdekken aan deze zwammen.
Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Aldert Guttert & Menno Boomsluiter