Tweestippelig lieveheersbeestje eet eikenprocessierups
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door Biocontrole Onderzoek en Advies en De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]
Het lijstje met bekende natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups is weer langer geworden. De larve van het tweestippelig lieveheersbeestje blijkt de rupsen lekker te vinden.
Door heel Nederland zijn de eikenprocessierupsen de afgelopen weken uit het ei gekropen. Om overlast door brandharen van deze rups te voorkomen zullen veel groenbeheerders de komende weken de rups actief bestrijden. Daarvoor worden verschillende methoden gebruikt. Als de rupsen net uit het ei komen kunnen nematoden in de boom gespoten worden. Als de nematoden op de rups landen, kruipen ze bij de rups naar binnen en sterft de rups. Zodra de bomen goed in het blad zitten kunnen bacteriën op de boom gespoten worden. Na het eten van de bladeren met de bacteriën sterft een deel van de rupsen. Later in het seizoen zijn deze methoden niet meer bruikbaar en worden rupsen en nesten opgezogen, geplukt of weggebrand.
Natuurlijke vijanden
Het zou echter veel beter zijn als natuurlijke vijanden de eikenprocessierups onder controle zouden houden zodat actieve bestrijding maar zeer beperkt nodig is. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat er een aantal natuurlijke vijanden van de rups zijn. Diverse vogels, vleermuizen, loopkevers, sluipwespen en sluipvliegen kunnen profiteren van de aanwezigheid van de eikenprocessierups.
Tweestippelig
Silvia Hellingman van Biocontrole Onderzoek en Advies is al jaren op zoek naar natuurvriendelijke methoden om de eikenprocessierupsen te beheersen. Ze ontdekte dat de larven van gaasvliegen eikenprocessierupsen eten als ze de kans krijgen. Recent heeft ze eitjes en eikenprocessierupsen ‘aangeboden’ aan de larven van het tweestippelig lieveheersbeestje (Adalia bipunctata). Hun favoriete voer is bladluis maar het is algemeen bekend dat ze ook jonge rupsen en vlindereitjes eten. Het was nog niet bekend of ze ook eikenprocessierupsen eten. Uit de proeven blijkt dat dit het geval is. Als ze moeten kiezen tussen de eitjes of de eikenprocessierupsen eten ze eerst de eitjes op en daarna de rupsen. Als er geen vlindereitjes of bladluizen voorhanden zijn dan storten zij zich op de jonge eikenprocessierupsen. Dat is mooi zichtbaar op het bijgevoegde filmpje. Ze moeten zich wel eerst door de spinsels en haren heen werken, die bijten ze kapot, maar uiteindelijk vinden ze een manier om de jonge rupsen te pakken.
Filmpje van larve tweestippelig lieveheersbeestje dat eikenprocessierupsen eet (film: Silvia Hellingman)
Twee per dag
Het tweestippelig lieveheersbeestje is een kleine soort, dus een rups is een hele maaltijd voor ze. In de proef is gebleken dat ze twee rupsen per dag consumeren (op een constante temperatuur van 14 graden). Als het warmer wordt dan zullen ze meer energie verbruiken en meer kunnen consumeren. Het tweestippelig lieveheersbeestje wordt veel in Nederland gebruikt om bladluizen in bomen te bestrijden, omdat ze van nature graag hoog in de bomen leven. De larven daarvan worden meestal onder aan de takken gehangen en de beestjes kruipen vanzelf naar boven. Als men bedenkt dat hoe klein ze ook zijn, ze toch met gemak 20 meter omhoog kruipen op zoek naar voedsel.
Er leven in Nederland meerdere soorten lieveheersbeestjes. Ze kunnen echter niet allemaal een bijdrage leveren aan het terugdringen van het aantal eikenprocessierupsen. Het zevenstippelig lieveheersbeestje (Coccinela septempuntacta) eet bijvoorbeeld vooral bladluizen en bladvlooien en zal de rupsen en vlindereitjes links laten liggen. Het uitheemse veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis) voedt zich ook met vlindereitjes, jonge rupsen en bladluizen. Ze hebben echter het nadeel dat ze ook larven en eitjes van de inheemse soorten opeten. Later in het seizoen storten zij zich ook op rijp fruit.
Hoe meer natuurlijke vijanden er zijn, hoe groter de kans dat ze de populatie eikenprocessierupsen onder controle kunnen houden. Voordat de biodiversiteit maximaal zijn werk kan doen zijn er wel aanpassingen nodig in het landschap en het beheer van het landschap. Het intensief ingerichte en beheerde landschap biedt meestal onvoldoende mogelijkheden voor de natuurlijke vijanden om hun eigen levenscyclus te voltooien. Zo ontbreekt het vaak aan nest- en/of schuilgelegenheid voor vogels en vleermuizen en is er onvoldoende nectar voor insecten.
Tekst: Silvia Hellingman, Biocontrole Onderzoek en Advies; Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto en film: Silvia Hellingman
Meer informatie over de eikenprocessierups is te vinden op de website van het Kenniscentrum Eikenprocessierups: www.eikenprocessierups.info