Tafeleenden in het Markermeer en Veluwemeer
Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op [publicatiedatum]
Oktober en november zijn de piekmaanden voor de tafeleend. Op veel plassen en vaarten in Nederland zijn tafeleenden te zien, vaak in gezelschap van kuifeenden. Hele grote aantallen vind je in het Markermeer, waar in de herfst wel meer dan 50.000 tafeleenden pleisteren. Maar ook het Veluwemeer is een belangrijk gebied, hier verblijven tot wel 19.000 exemplaren van de “roodkop”. Maar de aantallen tafeleenden nemen af.
De tafeleend is eigenlijk een steppevogel. De oorspronkelijke broedgebieden liggen in Centraal-Azië. Van hieruit heeft de soort zijn broedgebied sterk uitgebreid en een zegetocht door Europa gemaakt. Die expansie is op gang gebracht door het opdrogen van ondiepe steppemeren; de tafeleend vond in het westen nieuwe leefgebieden in de vorm van zandgaten, waterwinreservoirs, visvijvers en stuwmeren. Hiervan heeft de tafeleend zowel in als buiten de broedtijd geprofiteerd. Ook de toename van driehoeksmossel, stapelvoedsel voor de tafeleend in grote delen van Europa, was een stimulans.
Na een aanvankelijke sterke toename zijn de aantallen tafeleenden in Europa de laatste decennia afgenomen; ook Rusland, het belangrijkste broedgebied voor tafeleenden, laat een dalende trend zien. In Nederland was de tafeleend in de jaren tachtig tweemaal zo talrijk als nu. BirdLife International, waarvan Vogelbescherming Nederland partner is, heeft de soort daarom de status Declining toegekend. De oorzaken van de afname van de aantallen zijn niet helemaal duidelijk, maar in Nederland zijn de belangrijkste pleisterplaatsen minder geschikt geworden door slibvorming op de bodem, waardoor de voedselbeschikbaarheid afneemt. Ook de sterk toegenomen recreatiedruk speelt de soort parten. Met name tijdens de rui in de zomer zijn eenden hiervoor erg gevoelig, omdat ze dan een paar weken niet kunnen vliegen.
Een van de belangrijkste pleisterplaatsen in Nederland is het Veluwemeer, waar tot bijna 19.000 tafeleenden kunnen verblijven. De voorgenomen inrichtingsmaatregelen in de Veluwerandmeren (Natura 2000-gebied), zoals het verleggen en uitdiepen van de vaargeul, zullen volgens Vogelbescherming ongunstig uitpakken voor tafeleenden en andere vogelsoorten die hier profiteren van de velden kranswier in het ondiepe, schone water. Vogelbescherming volgt daarom de ontwikkelingen in de Veluwerandmeren op de voet en pleit voor compenserende maatregelen, zodat tafeleenden in de toekomst hier in grote aantallen kunnen blijven pleisteren. Nederland is met een aandeel van 16 procent van de internationale populatie een belangrijk land voor tafeleenden.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Saxifraga-Jan van der Straaten