Welriekende schroeforchis: een nieuwe orchidee in Nederland
Bericht uitgegeven door de Werkgroep Europese Orchideeën op [publicatiedatum]
In Twente is een van oorsprong Noord-Amerikaanse orchidee opgedoken: de welriekende schroeforchis. Florist Jo Schunselaar vond enkele rozetten en twee bloeiende planten in een ecologische verbindingszone tussen twee natuurgebieden. Bezoeken van enkele specialisten hadden tot resultaat dat er een duidelijk etiket op de nieuwe soort kon worden geplakt. Bovendien werden bij die bezoeken nog twee bloeiende planten gevonden.
Schroeforchissoorten in Nederland
Nederland kent van oudsher twee inheemse schroeforchissoorten: de Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis) en de Zomerschroeforchis (Spirantes aestivalis). Helaas is de laatste soort al jaren niet meer gezien. De Herfstschroeforchis komt nog wel in ons land voor, maar is enorm zeldzaam en tegenwoordig beperkt tot enkele plekken in Zuid-Limburg en op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. De Twentse schroeforchis (Spiranthes cernua var. odorata) is dus de derde schroeforchis soort in ons land. In Noord-Amerika, waar de soort van nature voorkomt, heet de soort Marsh Lady's Tresses of Sweetscenting Lady's Tresses. In het Nederlands kan hij bijvoorbeeld Welriekende schroeforchis of Moerasschroeforchis genoemd worden.
Vochtig milieu
De nieuwe soort heeft helderwitte bloemen met een minuscuul geel hart. De bloemen zijn net als bij de andere schroeforchissen veelal rondom de as van de stengel gedraaid. Anders dan bij de Herfstschroeforchis heeft de plant een licht geelgroene kleur en niet grijsgroen. Ook is de beharing minder intensief en 'viltig' dan bij de Herfstschroeforchis. Belangrijke verschillen met de Zomerschroeforchis zijn de zeer late bloeitijd en de forse grootte. De Twentse schroeforchis groeit in een zeer vochtig milieu analoog aan het biotoop in Noord-Amerika, waar de soort niet zeldzaam is.
Het is vooralsnog onduidelijk hoe de Welriekende schroeforchis of Moerasschroeforchis in Twente terecht is gekomen. Natuurlijk komen de zeer lichte orchideeënzaden met hoge winden gemakkelijk op ver afgelegen plaatsen. Maar aannemelijk is het niet dat deze soort met de wind vanuit Noord-Amerika in Twente terecht is gekomen. Deze schroeforchis wordt namelijk vooral in Engeland veel gekweekt voor de tuin en de vensterbank. De zaden kunnen dus ook vanuit Engeland hier heen gewaaid zijn. Maar ook aanplant of bewust zaaien kunnen niet worden uitgesloten. Opvallend is wel dat de planten in het juiste biotoop staan en precies op de gradiënt van nat naar droog en van voedselarm naar voedselrijk. Bovendien staan er meer bijzondere planten die in hetzelfde biotoop groeien, zoals Borstelbies (Isolepis setaceus), Dwergzegge (Carex oederi subsp. oederi), Ruw walstro (Galium uliginosum), Zomprus (Juncus articulatus) en Kleine zonnedauw (Drosera intermedia). Kortom, een fraai palet aan voor dit milieu karakteristieke soorten waarin de Welriekende schroeforchis niet misstaat.
Beheer
Landschap Overijssel beheert de ecologische verbindingszone met uitzondering van de strook waar de schroeforchis groeit. De betreffende strook is in beheer bij het waterschap. Landschap Overijssel heeft al aangeboden om ook deze strook te gaan beheren. Daarvoor zal de beheerder de strook laat in het voorjaar maaien, zodat de planten een rozet kunnen ontwikkelen en tot bloei komen, ná de maaibeurt. Als er later gemaaid wordt bestaat de kans dat de zeer laat bloeiende planten een maaibeurt niet overleven. Bovendien wordt de concurrentiepositie van de schroeforchissen verbeterd, omdat het meest ruige gewas door het maaien is afgevoerd.
Een nieuwe soort voor Nederland en mogelijk zelfs voor Europa is iets zeer bijzonders. Of de Welriekende schroeforchis een blijvertje is zal de tijd uitwijzen. Eerdere vondsten van vreemde orchideeënsoorten waren meestal geen lang leven beschoren, zoals de Lange tongorchis (Serapias vormeracea) in de Achterhoek. Van de Lange tongorchis die dit jaar in Drenthe opdook moet ook nog maar blijken of ze volgend jaar nog weer bloeit. Natuurliefhebbers wachten rustig af!
Tekst en foto's: Hans Dekker, Werkgroep Europese Orchideeën