Vleermuisvriendelijk bouwen
ZoogdierverenigingBericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]
In Nederland komen zeventien verschillende soorten vleermuizen voor. Acht van deze soorten verstoppen zich overdag met grote regelmaat in kieren in muren en daken van onze gebouwen. Bij aanpassingen of sloop van deze gebouwen dreigen veel van deze verblijfplaatsen te verdwijnen en nieuwbouw is vaak amper toegankelijk voor vleermuizen. Door de afname van het aantal verblijfplaatsen wordt het steeds lastiger voor vleermuizen om zich te handhaven in onze omgeving. De Zoogdiervereniging, Landschapsbeheer Flevoland en Tauw b.v. hebben in samenwerking een folder uitgebracht met handvatten hoe bij het ontwerpen, bouwen en renoveren van gebouwen eenvoudig rekening gehouden kan worden met vleermuizen.
Verblijfplaatsen van vleermuizen zijn wettelijk beschermd. Het slopen of renoveren van een gebouw met verblijfplaatsen mag alleen wanneer er weer in nieuwe verblijfplaatsen wordt voorzien. In de praktijk betekent dit dat er per geval wordt bekeken of er vleermuizen aanwezig zijn en dat er nieuwe verblijfplaatsen worden aangeboden wanneer dat inderdaad het geval bleek. Maar het is natuurlijk ook een schitterende kans om bij nieuw te ontwikkelen gebouwen ook iets proactief voor vleermuizen te doen. Door vleermuisvriendelijk te bouwen geven we vleermuizen een duurzaam netwerk aan beschikbare verblijfplaatsen en kunnen ze makkelijker in onze dynamische maatschappij overleven.
Er zijn drie vormen van vleermuisvriendelijk bouwen; het extern plaatsen van vleermuisvoorzieningen, het inbouwen van vleermuisvoorzieningen en het inclusief (of geïntegreerd) bouwen voor vleermuizen. Deze drie vormen verschillen in hoe ze door vleermuizen gebruikt (kunnen) worden en in hoe duurzaam ze als oplossing zijn.
- Het extern plaatsen van voorzieningen zoals vleermuiskasten en aangepaste gevelbetimmering is vooral geschikt voor het tijdelijk aanbieden van een verblijfplaats. Grote vleermuiskasten kunnen voor bepaalde soorten ook functioneren als kraamverblijfplaats, maar externe vleermuisvoorzieningen zijn eigenlijk nooit te gebruiken als winterverblijfplaats.
- Voor gebouwen die al in ontwerp af zijn of al zijn gerealiseerd is het inbouwen van vleermuisvoorzieningen een mogelijkheid. In de buitenmuur of spouw wordt dan een vleermuiskast ingemetseld. Doordat deze kasten in een grotere massa zijn opgenomen zijn deze voorzieningen redelijk stabiel van temperatuur en daardoor beter geschikt als kraam- en winterverblijfplaats dan de externe voorzieningen.
- Bij inclusief bouwen wordt al vanaf de tekentafel rekening gehouden met mogelijke vleermuisvriendelijke aspecten van een gebouw. Spouwmuren en daklagen kunnen als geheel geschikt gemaakt worden voor vleermuizen door griplagen op isolatiemateriaal aan te brengen en rekening te houden met toegangsmogelijkheden en ventilatie. Daklagen zijn toegankelijk te maken door een extra spleetvormige ruimte aan te brengen waarin vleermuizen weg kunnen kruipen.
De kennis omtrent vleermuisvriendelijk bouwen is in ontwikkeling en we verwachten dan ook dat aan de hand van nieuwe inzichten methoden en producten in de toekomst hierop aangepast zullen worden. Hopelijk verlagen de handvatten in de brochure de drempel voor het vleermuisvriendelijk bouwen en zien we een toename in het aantal toegepaste voorzieningen!
De brochure is hieronder te downloaden.
De totstandkoming van deze brochure is mogelijk gemaakt door de Nationale Postcode Loterij, op initiatief van Landschapsbeheer Flevoland.
Tekst: Erik Korsten en Herman Limpens, m.m.v. Herman Bouman en Jeroen Reinhold, bewerkt door Maartje Liefting
Tekening: Bram Rijksen
Foto’s: Erik Korsten