De gewone dwergvleermuis, zo bescherm je deze nachtelijke insectenjager
BIJ12De gewone dwergvleermuis is de meest voorkomende vleermuissoort in Nederland. Het beschermde dier is afhankelijk van meerdere met elkaar samenhangende onderdelen van het landschap. Ruimtelijke activiteiten, zoals bouwen of slopen, kunnen schadelijk zijn voor de gewone dwergvleermuis en zijn leefomgeving. In het geactualiseerde ‘Kennisdocument gewone dwergvleermuis’ (pdf, 16 MB) van BIJ12 staat welke maatregelen genomen kunnen worden om die schade te voorkomen of beperken.
Klein, snel en nuttig
Een klein formaat, roodbruine vacht, zwarte oren en gezicht: dat zijn dé kenmerken van de gewone dwergvleermuis. Al aan het begin van de schemering is dit dier vaak buiten jagend te zien. Hij vliegt redelijk snel en onregelmatig. Peter Twisk, zelfstandig ecoloog en vleermuisdeskundige: “De gewone dwergvleermuis is een heel nuttig diertje. Het is de belangrijkste eter van nachtelijke insecten. Daar hebben we als samenleving veel aan, want wij zijn over het algemeen niet zo happig op bijvoorbeeld muggen. De gewone dwergvleermuis helpt bij het onderdrukken van plagen, zo eten ze bij fruitteelt en bosbouw de nadelige insecten.”
Bebouwing en groen
Gewone dwergvleermuizen leven in groepen en komen voor in een groot deel van Europa. Oorspronkelijk zijn het rotswandbewoners, maar in Nederland leven ze in allerlei soorten bouwwerken. De dieren zijn afhankelijk van een netwerk van verblijfplaatsen, foerageergebieden, vlieg- en migratieroutes. Daarom komen ze vooral voor in groene of waterrijke omgevingen met parken, loofbossen, vennen en vijvers. Peter Twisk: “In stedelijk gebied vindt de gewone dwergvleermuis alles wat hij nodig heeft. Daarom gaat het goed met de soort. Hij is beschermd, maar niet bedreigd. De voortplanting gaat wel heel langzaam: een gewone dwergvleermuis krijgt gemiddeld minder dan één jong per jaar.”
Beschermingsmaatregelen
De cyclus van de gewone dwergvleermuis bestaat grofweg uit de winterslaapperiode, kraamperiode en paarperiode. Kees Straates, beleidsadviseur soortenbescherming bij Omgevingsdienst Brabant Noord: “Met name tijdens de winterslaap en in de kraamperiode is de soort kwetsbaar. Om te voorkomen dat gewone dwergvleermuizen verstoord, verjaagd of gedood worden, moet voorafgaand aan bouw- en sloopwerkzaamheden onderzoek worden gedaan naar de aanwezigheid van de gewone dwergvleermuis. Als er mogelijk effect is op de gewone dwergvleermuis of een verblijfplaats, moeten maatregelen worden genomen.”
Peter Twisk vult aan: “De gewone dwergvleermuis maakt bijvoorbeeld veel gebruik van spouwmuren. Een belangrijke uitdaging is dan ook: hoe kunnen we bij het verduurzamen van gebouwen rekening houden met de gewone dwergvleermuis? Dit kennisdocument helpt daarbij, het biedt duidelijkheid over de weg die bewandeld kan worden om rekening te houden met dit dier.” Voorbeelden van maatregelen zijn: werken buiten de kwetsbare periodes, het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen, vliegroutes of foerageergebieden, en het verbeteren van het overgebleven leefgebied. Kees Straates: “Ik ben heel bij dat het kennisdocument juist nu wordt gepubliceerd, aan het begin van het actieve seizoen van de gewone dwergvleermuis. Nieuwe projecten kunnen het kennisdocument dus direct gebruiken om maatregelen te bepalen.”
Voor wie?
De twee belangrijkste doelgroepen van het kennisdocument zijn initiatiefnemers van ruimtelijke activiteiten (particulieren of instanties en hun ecologisch adviseurs) en bevoegde gezagen (waaronder provincies). Het kennisdocument laat zien hoe zij rekening kunnen houden met de gewone dwergvleermuis bij ruimtelijke activiteiten en het indienen en beoordelen van een omgevingsvergunningaanvraag in het kader van de Omgevingswet. Het kennisdocument kan landelijk worden toegepast.
Door wie?
BIJ12 beheert en coördineert namens de provincies voor meerdere beschermde diersoorten een kennisdocument. Een werkgroep met ecologische en juridische experts, onder leiding van BIJ12, heeft het kennisdocument over de gewone dwergvleermuis uit 2017 geactualiseerd. In de werkgroep zaten meerdere soortexperts – onder wie vertegenwoordigers van de Zoogdiervereniging en Netwerk Groene Bureaus – en instanties van het bevoegd gezag zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en provincies. Kees Straates: “De belangrijkste wijziging in dit kennisdocument ten opzichte van de versie uit 2017 is dat er meer duidelijkheid is over het aanbieden van vervangende verblijfplaatsen. We hebben meer kennis en we hebben breed samengewerkt met experts en het bevoegd gezag. Daarmee is er veel draagvlak voor dit kennisdocument.”
Meer informatie
- Download het Kennisdocument gewone dwergvleermuis (pdf, 16 MB)
- Bekijk alle kennisdocumenten op de website van BIJ12
Tekst: BIJ12
Foto: Paul van Hoof, Buiten-beeld