Redelijk kerkuilenjaar ondanks rampzalige sneeuwwinter
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op [publicatiedatum]
Een strenge winter betekent meestal dat veel kerkuilen dood gaan. De winter 2010-2011 was voor kerkuilen zwaar, maar het lijkt er op dat ze tijdens het broedseizoen een inhaalslag gemaakt hebben. En dat is goed nieuws!
Strenge winters met meer dan zeven centimeter sneeuw zijn slecht voor de overleving van kerkuilen. Ze komen in het veld niet meer bij de muizen en kunnen hun prooien uitsluitend in gebouwen, zoals schuren en zelfs carports, vangen. Uilen die een territorium bezitten weten in moeilijke tijden hun prooien nog wel te vinden. Ze gaan in de omgeving 'de boer op'. Jonge kerkuilen missen die terreinkennis en ervaring.
In de winter 2010-2011 zorgde de sneeuw voor grote sterfte onder jonge kerkuilen. In sommige regio's, zoals in Zuid-Limburg, was het ook voor de oudere vogels moeilijk om te overleven. Gevolg: een lager aantal broedparen.
In de regio's waar weinig sneeuw heeft gelegen begonnen de kerkuilen vroeg met broeden. Tot onze verbazing startten vele paren in de sneeuwrijke gebieden tegen het einde van de zomer met de leg. Grote legsels met meer dan zes jongen en zelfs nog eieren in september; onder meer in Groningen, Friesland en Achterhoek-Liemers. Daarnaast ook nog enkele tweede broedsels. Zo wordt 2011 waarschijnlijk toch nog een redelijk kerkuilenjaar.
Tekst: Johan de Jong, Kerkuilenwergroep Nederland SKWN
Foto: IVN Vecht en Plassengebied