Garnaal keert herstel mosselbanken in de Waddenzee
Bericht uitgegeven door Rijksuniversiteit Groningen [land] op [publicatiedatum]
Het afgelopen jaar zijn wetenschappers van project Waddensleutels met experimenten begonnen om te onderzoeken waarom droogvallende mosselbanken het slecht doen in de Waddenzee en hoe ze in de toekomst weer in groten getale te laten terugkeren. De eerste resultaten laten zien dat predatie door garnalen en krabben een grote invloed heeft op de overleving van jonge mosseltjes en hiermee vermoedelijk een belangrijke spil is in het herstel van mosselbanken in de Waddenzee.
Herstel van mosselbanken is van groot belang voor een gezonde Waddenzee. Mossels zijn biobouwers, organismen die niet alleen op hun omgeving reageren, maar deze zelf ook sterk beïnvloeden. Droogvallende mosselbanken vangen veel slib in, vertragen de stroming en vormen een vaste ondergrond op de bodem van de anders zandige Waddenzee. Zo creëren ze geschikte leefomstandigheden voor zichzelf, maar ook voor andere soorten. Op de vaste ondergrond spoelen beesten en planten, bijvoorbeeld zeewieren en slakjes, veel minder snel weg. Bovendien vormen mosselbanken een schuilplaats voor kleine visjes en kreeftjes die vervolgens weer door grotere vissen of wadvogels worden gegeten. Hierdoor spelen mosselbanken een sleutelrol in het voortbestaan van de biodiversiteit en het natuurlijk functioneren van de Waddenzee.
Experiment
Onder Schiermonnikoog hebben onderzoekers begin dit jaar 12 experimentele proefvlakken aangelegd. Op de helft van de proefvlakken zijn kokosmatten aangelegd. Deze verstevigen de ondergrond en bieden een structuur waar mosselen zich aan kunnen hechten. Aan de ondergrond op de andere helft van de proefvlaken werd niets gedaan. Vervolgens plaatsten de onderzoekers op elk proefvlak speciale kooien om de invloed van garnalen en krabben op de overleving van kleine mosseltjes en andere schelpdieren te testen. Twee soorten kooien hebben de onderzoekers gebruikt (foto 1). Eén kooi was afgesloten voor krabben en garnalen (maar kleine mosseltjes konden hier wel naar binnen), en in de andere kooi zat een gat waardoor de krabben en garnalen hier wel in konden komen.
Spectaculaire resultaten
De verschillen in mossels, maar ook andere schelpdieren zoals kokkels, tussen de twee kooisoorten waren ronduit spectaculair (foto 2). De onderzoekers vonden gigantische hoeveelheden jonge mossels, kokkels en andere schelpdieren in de gesloten “anti-krabben en garnalen” kooien terwijl de kooien-met-gat zo goed als leeg bleven. Ook in de nabije omgeving van de kooien bleef de wadbodem leeg van mossels en andere schelpdieren. Bovendien waren de aantallen veel hoger in de kooien op kokosmatten vergeleken met die op het kale zand. Jonge mosselen werden zelfs uitsluitend gevonden in gesloten kooien met een kokosmat.
Uit de eerste resultaten kan worden opgemaakt dat zowel predatie als een stabiele ondergrond een belangrijke rol spelen bij de vestiging van jonge mosselen en daardoor ook bij het herstel van droogvallende mosselbanken in de Waddenzee. In de laatste decennia is de hoeveelheid stabiele ondergrond in de Waddenzee afgenomen, onder andere door de verdwijning van volwassen mossel- en kokkelbanken. Verder onderzoek zal de komende jaren moeten uitwijzen of predatie door garnalen is veranderd, en welke andere factoren van belang zijn voor de overleving van mosselbanken.
Lees voor meer informatie over deze en andere proeven de Waddensleutels nieuwsbrief.
Tekst: Tjisse van der Heide en Ellen Weerman, Community & Conservation Ecology Group, Rijksuniversiteit Groningen
Foto’s: Sander Holthuijsen; Els van der Zee