Het voorseizoen is aan de Vroegeling

Bericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]

Nu de buitentemperatuur weer wat aangenamer wordt komen steeds meer soorten tot leven. Maar de kou is nog niet uit de lucht. ‘Uit de wind en in de zon’ is het devies. En daarmee tússen de eerste vroegelingen.

Na diverse bolgewasjes is Vroegeling (Erophila verna) er jaarlijks als een van de eersten bij. Dat moet ook wel, want nog voor de zomer van start gaat, is het al weer gebeurd met dit eenjarige plantje. In de herfst zijn de bladrozetten al gevormd, waaruit nu in korte tijd de bloeistengels opschieten. Dan verschijnen de kleine bloemen met hun opvallende gespleten, witte bloemblaadjes. Binnen enkele weken ontstaat daartussen het donkere, langwerpige zaad. Na rijping springt dat open en laat vervolgens een doorzichtig vliesje, het tussenschot, achter. Wie goed zoekt kan een plantjes in dat stadium nog tot ver in het jaar terugvinden.

In de komende weken is Vroegeling gemakkelijker te vinden. De soort komt vrijwel overal voor, maar de eerste bloeiende exemplaren vind je, zoals gezegd, meestal op plekjes uit de wind en in de zon. Tussen de stoeptegels tegen de gevel bijvoorbeeld. Juist deze zonnige, stenige plekken warmen snel op. En daar weten dit soort eenjarige voorzomerbloeiers hun voordeel mee te doen. Op bestuivende insecten hoeven ze niet te wachten. Ze kunnen het prima alleen af. Kruisbestuiving komt slechts incidenteel voor, want in veruit de meeste gevallen treedt zelfbestuiving op. Soms zelfs al in de knop. Daardoor is uitwisseling van genetisch vastgelegde eigenschappen uiterst beperkt. Bij een soort als Vroegeling ontstaan zo vaak ‘zuivere lijnen’, kleine onderlinge verschillen tussen populaties blijven generaties lang behouden. Ook volgend jaar kun je dus exact dezelfde verschijning verwachten.

Test en foto's: Wout van der Slikke, FLORON