Sneeuwklokje heeft het hoog in de bol
FLORONBericht uitgegeven door stichting FLORON op maandag 8 februari 2010
Een van de meer bekende wijzen waarop planten de winter overleven is als bol. Sneeuwklokjes, die nu op steeds meer plaatsen het naderende einde van de winter aankondigen, zijn van die bolgewasjes. In de serie over ‘levensvormen’ deze keer het Sneeuwklokje als geofyt.
Sneeuwklokjes zijn populair, ook in ons land. Er zijn zelfs speciale Sneeuwklokjesdagen. Hoewel je deze vroege bloeiers wijdverspreid in de natuur tegenkomt, horen ze hier van oorsprong niet thuis. Afkomstig uit Zuidoost-Europa werden ze al in de middeleeuwen aangevoerd als tuinplant. Sindsdien zijn ze niet meer weggeweest. Sneeuwklokjes houden lang stand. Hun groeiplaats in de natuur verraadt vaak nog menselijke activiteit in het verleden, want natuurlijke verspreiding lijkt bij deze soort in onze streken nauwelijks aan de orde. In ons land komen verschillende soorten en kweekvormen voor. Het Gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis) is het meest algemeen.
In onze streken vinden we Sneeuwklokjes vooral in loofbossen en daar zit ook de link met haar oorspronkelijke verspreidingsgebied als bolgewas. In die bol begint de plant na de bloei reservevoedsel op te slaan. Goed ingepakt in beschermende bolrokken (zoals een ui) overleven de winterknoppen onder de grond het winterseizoen. Zo’n levensvorm met winterknoppen onder de grond noemen we geofyt. Tegen het eind van de winterperiode ontstaat uit die winterknoppen weer een nieuwe plant. Het reservevoedsel in de bol maakt een snelle groeispurt mogelijk. Dat is een voordeel in het korte groeiseizoen in de berggebieden van haar oorsprong, maar ook in het korte voorjaarseizoen bij ons tussen het einde van de winter en de tijd waarin het blad aan de bomen de hoeveelheid licht op de bosbodem sterk reduceert. Een extra aanpassing heeft het sneeuwklokje in haar wortels. Sneeuwklokjes groeien van oorsprong op plaatsen waar de grond, bijvoorbeeld door spoeling, soms in beweging is. De bollen rollen mee en kunnen bloot komen te liggen. Als de wortels eenmaal uitgegroeid zijn en de wortelpunten stevig verankerd zijn, trekken de bovenste delen van de wortels samen. Met behulp van deze ‘contractiele wortels’ komt de bol dan in een veiliger grondlaag. Toch echt wel een slimme bol dus..
Tekst en foto's: Wout van der Slikke, FLORON