Zeven procent soorten verdwenen en helft bedreigd
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender op donderdag 28 januari 2010
Op Natuurbericht.nl verschijnen regelmatig berichten over planten en dieren die in aantal achter- of juist vooruit gaan. Voor veel mensen is het onduidelijk wat het totaalplaatje voor de Nederlandse soorten is. Van de ruim 35.000 soorten die in Nederland voorkomen is van ruim 6500 de mate van bedreiging bekend. Hieruit blijkt dat de helft bedreigd is. Van het totaal aantal soorten komt zeven procent al niet meer in Nederland voor en is een op de vijf bedreigd of ernstig bedreigd. Bijna een op de vier is kwetsbaar of gevoelig.
De steur, de lynx, de bloeddruppelstekelzwam, het groot geaderd witje, het rood bosvogeltje (een orchidee) en de duinpieper hebben met elkaar gemeen dat ze niet meer in Nederland voorkomen terwijl ze dat in het verleden wel deden. Ze maken deel uit van een groep van inmiddels 433 planten- en diersoorten waarvan bekend is dat ze uit Nederland verdwenen zijn sinds circa 1950. De oostelijke witsnuitlibel, de grote vuurvlinder, de kemphaan, de tengere distel en de kuifleeuwerik horen bij de 558 soorten die momenteel ernstig bedreigd zijn.
Groot geaderd witje (Foto: Arnold van Vliet)
De cijfers zijn afkomstig van de Particuliere Gegevensbeherende Organisaties waaronder De Vlinderstichting, Stichting FLORON, SOVON Vogelonderzoek Nederland, Stichting RAVON, de Zoogdiervereniging en de Nederlandse Mycologische Vereniging. Zij brengen met hulp van het Centraal Bureau voor de Statistiek en duizenden vrijwilligers nauwgezet de ontwikkelingen in de natuur in beeld. Op het Compendium voor de leefomgeving staan de meest recente cijfers over hoeveel soorten in Nederland in welke mate bedreigd zijn. Voor alle soortgroepen geldt dat meer dan een derde van de soorten bedreigd is. Gemiddeld over alle 6500 soorten is dit zelfs de helft. De verschillen tussen de soortgroepen zijn echter groot. Van de dagvlinders, reptielen en steenvliegen is meer dan driekwart van de soorten in gevaar.
Het jaar 2010 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het jaar van de biodiversiteit. Zo’n 17 jaar geleden spraken 193 landen af dat in 2010 de achteruitgang van biodiversiteit gestopt zou moeten zijn. Deze doelstelling is bij lange na niet gerealiseerd. Het verlies aan natuurgebieden en daarmee het verlies aan planten- en diersoorten is zeer groot. De precieze aantallen zijn niet te kwantificeren aangezien we niet eens weten hoeveel soorten er zijn. Schattingen lopen uiteen van 5 miljoen tot 100 miljoen wereldwijd. Tot nu toe zijn hiervan maar rond de 1,8 miljoen soorten beschreven. Ongeveer 1,1 miljoen behoren tot de insecten.
Bloeddruppelstekelzwam (Foto: Nico Dam)
De soorten zijn niet gelijkmatig over de aarde verspreid. Ongeveer de helft van alle plantensoorten en 40 procent van alle diersoorten leven in 34 zogenaamde biodiversiteits hotspots (waaronder het Middellandse Zee gebied). Samen bedekken deze gebieden maar 2% van het aardoppervlak. In de afgelopen tientallen jaren is het oppervlak in elk van die gebieden met meer dan 70% achteruit gegaan en in sommige zelfs met 95%.
Vandaag is met financiële steun van de Nederlandse Overheid het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit opgericht. Dit centrum gaat het grootste deel van de vaak vooraanstaande Nederlandse natuurhistorische collecties van planten en dieren beheren, universitair onderwijs verzorgen en het publiek informeren over de biodiversiteit op aarde. Het centrum moet vooral ook een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het vergroten van onze kennis over de biodiversiteit op aarde.
Tekst: Arnold van Vliet en Sara Mulder, De Natuurkalender
Foto's: Nico Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging en Arnold van Vliet, De Natuurkalender