Eikvaren lang in de sneeuw
FLORONBericht uitgegeven door stichting FLORON op vrijdag 29 januari 2010
De familie van de eikvarens kent vooral veel tropische vertegenwoordigers. In onze streken hebben we slechts twee soorten, maar die weten de kou dan ook goed te trotseren. Ze kunnen daar extra lang van genieten, want juist op noordhellingen - waar we eikvarens in de duinen vaak aantreffen – blijft de sneeuw lang liggen.
De tropische eikvarensoorten zijn vooral epifyten, ze leven op stammen en takken van andere bomen. De kamerplant Hertshoornvaren is er zo één. Ook de Nederlandse vertegenwoordigers van de eikvarenfamilie hebben geen hoogtevrees. We vinden regelmatig een eikvaren in de hoogte, bijvoorbeeld in een oude knotwilg. Toch komen eikvarens in ons land met name op de bodem voor; liefst op reliëfrijke plekken aan de schaduwzijde. Daarom zijn de noordhellingen in de duinen bij deze soort in trek. Het temperatuurverschil tussen noordhellingen en - op de zon gerichte - zuidhellingen is vooral op een zomerse dag groot. Maar het verschil is ook nu goed te zien aan de sneeuwrestanten.
Behalve in de duinen vinden we eikvarens in lichte bossen, houtwallen en bosranden in oost-Nederland en hier en daar op schaduwijke, vochtige muren. De twee soorten in ons land, de veel voorkomende Gewone eikvaren (Polypodium vulgare) en de zeldzamer Brede eikvaren (Polypodium interjectum), zijn nauwverwant en lijken ook veel op elkaar. Alleen met een combinatie van kenmerken zijn ze uit elkaar te houden. Het gaat dan onder meer om de vorm van de deelblaadjes (segmenten) en de schubben op de wortelstok. Echt onderscheidend is het aantal verdikte cellen in de wand van het sporendoosje. Om zeker te zijn van de soort is daarom microscopisch onderzoek nodig.
De noordhellingen waar we eikvarens aantreffen zijn ook voor andere soorten een geschikt leefgebied. In dit jaargetijde is daar niet veel van te zien, maar over enkele maanden is dat dé plek om op zoek te gaan naar de miniscule Maanvaren.
Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON