Veel dieren in de duinen gaan achteruit
29-DEC-2009 - Veel kenmerkende broedvogels, libellen en dagvlinders van de duinen gaan de laatste tijd achteruit, terwijl de zandhagedis juist vooruit gaat. De populatie van de rugstreeppad blijft min of meer stabiel.
Bericht uitgegeven op dinsdag 29 december 2009
Veel kenmerkende broedvogels, libellen en dagvlinders van de duinen gaan de laatste tijd achteruit, terwijl de zandhagedis juist vooruit gaat. De populatie van de rugstreeppad blijft min of meer stabiel.
Ontwikkeling broedvogels
Paardenbijter |
Ontwikkeling reptielen en amfibieën
De zandhagedis is de enige reptielensoort in grote delen van de duinen. Alleen hier en daar komen ook levendbarende hagedissen en hazelwormen voor. De zandhagedis neemt toe sinds 1994. Deze soort tolereert enige mate van verstruiking goed en verdwijnt pas bij verder gaande vergrassing en verstruiking. De warme zomers van de laatste jaren zijn gunstig voor deze soort. De rugstreeppad is een pionierssoort die vooral voorkomt op kale plekken in het duin in de nabijheid van water. De soort blijft de laatste jaren min of meer stabiel.
Ontwikkeling dagvlinders
Veel dagvlinders komen in 1992 minder voor dan halverwege de vorige eeuw en een aantal soorten gaat ook na 1992 nog achteruit. De meeste dagvlinders komen vooral in de droge duinen voor; vlinders van vochtige duinvalleien zijn al lang geleden vrijwel verdwenen. In de droge duinen verdwijnen de voor vlinders belangrijke duingraslanden door de vergrassing en verstruiking.
Ontwikkeling libellen
Als geheel gaat de groep van libellen in de duinen sinds 1999 achteruit. De trend van een aantal soorten is nog onzeker en één soort, de paardenbijter vertoont een sterke achteruitgang. De larven van libellen komen alleen in zoetwater voor. Daarom zijn libellen in het duin zijn gebonden aan de vochtige delen van het duin waar voldoende zoetwater is voor de voltooiing van de levenscyclus.
Bron en meer informatie: Compendium voor de Leefomgeving
Foto: Kars Veling, De Vlinderstichting