Grauwe gors en ortolaan verdwenen uit Nederland
Bericht uitgegeven op donderdag 31 december 2009
Ortolaan en grauwe gors zijn verdwenen uit onze landbouwgebieden als gevolg van veranderingen in de landbouw. In 2008 is geen enkel succesvol broedgeval van de grauwe gors gemeld. Van de ortolaan zijn al sinds 2005 geen territoria meer waargenomen.
Ontwikkeling grauwe gors
Grauwe gors
In 1975 waren er circa 1200 broedparen van de grauwe gors, rond 1990 waren er tussen de 100 en 200 paren en in 2007 naar schatting 4 tot 10 paren. Deze achteruitgang is toe te schrijven aan de schaalvergroting in de landbouw en aan de vervanging van granen door maïs. De laatste grauwe gorzen kwamen toen uitsluitend nog in agrarisch gebied langs de grote rivieren voor. In 2008 kon er echter door SOVON geen succesvol broedgeval meer gemeld worden. Hoewel het niet uitgesloten is dat er in komende jaren sprake zal zijn van succesvolle broedgevallen, zal de grauwe gors waarschijnlijk alleen nog als incidentele broedvogel in Nederland voorkomen. De pieken in het aantal broedgevallen in 1994 en 1997 in de grafiek zijn te verklaren door de hoge waterstanden van de rivieren in het jaar ervoor. Daardoor waren het jaar erna veel ruigtekruiden aanwezig die een goede voedselbron voor de grauwe gors vormen. De grauwe gors staat op de Rode Lijst van vogels.
Ontwikkeling ortolaan
Rond 1950 werden op de hogere zandgronden in oostelijk en zuidelijk Nederland 1200-1700 broedparen van de ortolaan vastgesteld. Rond 1990 waren dat 32 territoria. De laatste jaren werden nog jaarlijks territoria (meestal ongepaard mannetjes) uit het zuidoosten van Groningen gemeld, maar vanaf 2005 ontbraken dergelijke waarnemingen. De ortolaan komt voor in kleinschalig agrarisch landschap waar hij broedt in graanvelden, bij voorkeur in rogge-akkers. Het verdwijnen van rogge-akkers heeft sterk bijgedragen aan het verdwijnen van de ortolaan uit Nederland. Maïsakkers zijn voor deze soort ongeschikt. De ortolaan staat op de Rode Lijst van vogels.
Bron en meer informatie: Compendium voor de Leefomgeving
Foto: IVN Vecht en Plassengebied