Denneslijmkop
Hygrophorus hypothejus
M.W.Boomsluiter

Klimaatverandering heeft invloed op paddenstoelen

Nederlandse Mycologische Vereniging
29-NOV-2009 - Een zeer zachte november zorgt dit jaar voor een vruchtbaarder paddenstoelenseizoen dan verwacht. Uit onderzoek is bekend dat het paddenstoelenseizoen in het buitenland verschuift onder invloed van klimaatverandering. Welke veranderingen de Nederlandse paddenstoelenflora ondergaat wordt langzamerhand ook duidelijk.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op zondag 29 november 2009

Een zeer zachte november zorgt dit jaar voor een vruchtbaarder paddenstoelenseizoen dan verwacht. Uit onderzoek is bekend dat het paddenstoelenseizoen in het buitenland verschuift onder invloed van klimaatverandering. Welke veranderingen de Nederlandse paddenstoelenflora ondergaat wordt langzamerhand ook duidelijk.

Door de grote gevoeligheid van paddenstoelen voor vorst en droogte is het elk jaar opnieuw afwachten hoe het paddenstoelenseizoen zal verlopen. Droogte vroeg in het seizoen en nachtvorst in het tweede weekend van oktober temperden dit jaar de verwachtingen voor een vruchtbaar paddenstoelenseizoen. Door het aanhoudende zachte weer van november zijn er nog steeds veel paddenstoelen te vinden. Niet alleen late paddenstoelen zoals Wasplaten (zie Natuurbericht vorige week) doen het goed; opvallend genoeg zijn ook grote paddenstoelen, zoals Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis), nog steeds hier en daar te zien. Eekhoorntjesbrood heeft zijn optimum normaal al begin oktober. Het is onduidelijk of hier sprake is van een verlenging van het seizoen of een tweede vlucht (tweede verschijning).

Het is lastig om uitspraken te doen over het effect van klimaatopwarming in relatie tot paddenstoelen. Je kan tenslotte alleen conclusies trekken uit onderzoek over een lange periode. Een van de weinige gedegen onderzoeken is gedaan door de Engelsman Edward Gange. Over een periode van maar liefst 50 jaar noteerde hij het voorkomen van een groot aantal soorten paddenstoelen rond Salisbury. Deze amateur mycoloog bewerkte na zijn pensionering alle gegevens die hij verzameld had en kwam tot een aantal opmerkelijke conclusies. Zo blijken een groot aantal soorten hun seizoen verlengd te hebben: gemiddeld van 33 naar 74 dagen. Ze verschijnen eerder en hun seizoen duurt langer. Verder blijkt dat een derde van de soorten in zijn onderzoeksgebied twee keer per jaar vruchtlichamen vormt: in de lente en in de herfst. Deze resultaten zijn opmerkelijk omdat er meestal gesproken wordt over het uitsterven van lokale soorten en het naar het noorden uitbreiden van nieuwe soorten als gevolg van klimaatverandering. Het feit dat het gebied waar Edward Gange zijn onderzoek gehouden heeft, de afgelopen 20 jaar door de klimaatverandering natter is geworden, kan zijn resultaten echter ook gedeeltelijk verklaren.

Een vergelijkbaar onderzoek in Noorwegen laat zien dat in het zuiden de vroege soorten gemiddeld 13 dagen later verschijnen, terwijl in het midden en noorden van het land deze soorten juist eerder verschijnen. In Nederland loopt sinds 10 jaar een onderzoek naar veranderingen in het voorkomen van paddenstoelensoorten. Via het paddenstoelenmeetnet worden een select aantal soorten in de herfst geteld en worden de gegevens statistisch bewerkt. Over deze relatief korte periode is nog niet veel te zeggen, maar wellicht zal dit de vermoedens over het veranderende Nederlandse paddenstoelenseizoen uiteindelijk kunnen bevestigen.

Tekst: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto boven: Gewoon vuurzwammetje: Menno Boomsluiter
Foto onder: Denneslijmkop: Menno Boomsluiter