Kleine zwaan vindt ongedekte tafel
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op woensdag 11 november 2009
In de herfst komen duizenden kleine zwanen naar Nederland om te overwinteren. Hier aangekomen doen ze zich te goed aan de knolletjes van het schedefonteinkruid. Dit wordt echter steeds moeilijker doordat een toenemend aantal knobbelzwanen, meerkoeten en eenden in de zomer massaal de bladeren van het schedefonteinkruid opeet. De waterplant heeft hier zoveel van te lijden dat er vrijwel geen knolletjes meer gevormd worden. Maanden later is de kleine zwaan hier de dupe van: na een lange reis vindt de trekvogel een ongedekte tafel.
In deze tijd van het jaar strijken duizenden kleine zwanen neer in ons land; vooral in de omgeving van grotere plassen zoals het Lauwersmeer en de Reeuwijkse plassen. Ze hebben een duizenden kilometers lange tocht vanuit de Arctische toendra’s van Rusland achter de rug en hopen zich in ons land te goed te kunnen doen aan de knolletjes van het schedefonteinkruid. De knolletjes van het schedefonteinkruid zitten van de herfst tot het voorjaar als een soort wateraardappeltjes verstopt in de bodem van ondiepe meren en vormen een energierijke voedselbron voor de kleine zwanen. Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) ontdekten onlangs dat het aantal knolletjes in de herfst drastisch vermindert doordat een toenemend aantal knobbelzwanen, meerkoeten en eenden zich in de zomer flink te goed doet aan de bladeren van het schedefonteinkruid. De plant heeft hier zoveel last van dat hij bijna geen knolletjes meer vormt.
Omgekeerd blijkt het opeten van grote hoeveelheden knolletjes door kleine zwanen onschadelijk voor het schedefonteinkruid. Dat komt door het moment in het jaar waarop van de plant gegeten wordt. Van de knolletjes hoeven er maar een paar de winter te overleven om het jaar erop weer een groen tapijt in het water te toveren. Deze ‘asymmetrische’ concurrentie waarin kleine zwanen andere watervogels niet benadelen maar omgekeerd wel, is volgens de onderzoekers een eye-opener voor het natuurbeheer. De soorten waar het natuurbeheer zich op richt, zoals de kleine zwaan, kunnen door gebeurtenissen in heel andere delen van het jaar onverwacht sterk beïnvloed worden.
Tijdens zachte winters is zo’n 60% van de wereldpopulatie van de kleine zwaan in ons land te vinden.
Tekst: Nadja Jansma, Vogelbescherming Nederland
Foto: Maga-chan, Wikipedia, Creative Commons Attribution ShareAlike 2.5 License