Wat een eikel
Wageningen UniversityBericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 28 augustus 2009
"Ik zie ineens vreemd geribbelde eikels die ik aanvankelijk niet eens als eikel herkende, totdat ik het napje zag, want dat is niet vergroeid. Is dit een of ander galletje?" Een waarnemer stuurde onlangs dit bericht naar insectenweb.nl en vroeg zich af of dit een fenomeen is dat hij altijd over het hoofd heeft gezien. Het bleek om de vreemde knoppergal te gaan. De komende tijd moet blijken of er dit jaar net zo veel voorkomen als in de jaren 2001 tot en met 2003.
U kent misschien de knikkergal, ananasgal en aardappelgal. Minder bekend zijn de rode erwtengal, besgal, satijnen knoopjesgal, plaatjesgal, niergal en oestergal. Zo kunnen we er nog minstens 40 opnoemen - allemaal gallen die voorkomen op onze zomereik (Quercus robur). De meeste gallen worden gevormd op bladeren maar sommige komen voor op takken, wortels en zelfs op eikels.
De knoppergal vormt woekeringen aan de eikel. |
Gallen worden gevormd door verschillende organismen zoals galwespen, galmuggen, galmijten en schimmels. Een gal is een hormonale woekering van de plant, die vaak ontstaat door een insect dat haar eieren in het plantenweefsel legt. De gal, waarvan de vorm specifiek is voor een bepaalde soort, dient als behuizing en voedsel voor de larve. De meest bekende eikengallen worden door verschillende soorten galwespen gemaakt.
Een van de meest vreemde gallen is misschien wel de knoppergal die ontstaat op eikels van de zomereik en wintereik – tenminste als er een moseik in de buurt staat. Het zit namelijk zo. Het kleine galwespje Andricus quercuscalicis vormt in het voorjaar minuscule gallen op de meeldraden van de moseik (Quercus cerris). De moseik wordt veel in parken en tuinen aangeplant. Vervolgens gaat de nieuwe generatie galwespen naar zomereik waar de eikelgallen gevormd worden. De gal is eerst groen en kleverig, later worden de gallen droog en bruin en vallen ze af. De vreemde eikels worden vaak door mensen opgeraapt die het fenomeen meestal niet kunnen thuisbrengen. In sommige jaren zijn er veel knoppergallen – van 2001-2003 zaten ze zelfs in de ‘Insecten Top Tien’. Of 2009 ook een jaar wordt met veel knoppergallen moeten we nog afwachten.
Voor meer informatie over insecten op bomen zie: www.insectenweb.nl. Alterra heeft een netwerk van vaste waarnemers voor het monitoren van insectenplagen (en plaagjes) op bomen en struiken in bos, natuur, wegbeplantingen en stedelijk groen. Ook losse waarnemingen zijn natuurlijk van harte welkom. Aanmelden kan via www.insectenweb.nl. Meer informatie over dit onderzoek is te lezen op www.wur.kennisonline.nl.
Tekst: Leen Moraal, Alterra Wageningen UR
Foto: Alterra Wageningen UR