Klokjes voer voor snuitkevers
FLORONBericht uitgegeven door FLORON op woensdag 19 augustus 2009
Planten en insecten hebben vaak een nauwe relatie. Zo zijn er kleine snuitkevers die alléén in de vruchtjes van klokjes leven. Ze kunnen zelfs een klein plaagje vormen waardoor de klokjes lokaal geen zaad meer vormen.
Grasklokje
Grasklokje is het meest algemene klokje in Nederland en groeit in de wat schralere bermen, bosranden en graslanden op zandgronden. Het heeft hoekig-ronde rozetbladen, die de wetenschappelijke naam Campanula rotundifolia verklaren. De bladen langs de bloeistengels zijn echter lang en smal, een beetje grasachtig; dit verklaart de Nederlandse naam grasklokje.
Snuitkevers
Op grasklokje en andere soorten klokjes leven snuitkevers van het geslacht Miarus (onder andere Miarus campanulae en Miarus graminus). De larven groeien op in de onrijpe vruchten en komen als volwassen kevertje naar buiten. Je kunt aan de buitenkant niet altijd zien dat er een kever in het vruchtje zit. Het zijn zwarte dikke kevertjes met een lang en spits snuitje. Jammer genoeg zijn de soorten niet gemakkelijk uit elkaar te houden. 
Door een rijp (bruin) vruchtje open te peuteren kun je zien of het vruchtje gevuld is met rijpe glimmende geelbruine zaadjes of met de snuitkever en doffe keveruitwerpselen. Let wel, klokjes zijn beschermde planten die je niet mag beschadigen; bekijk alleen rijpe vruchtjes en strooi eventueel zaad ter plekke uit.
Er zijn plekken bekend waar bijna alle vruchten van grasklokje door kevertjes zijn opgegeten. Dat is niet erg gunstig voor de overleving van de klokjes, want er wordt dan geen zaad gevormd. Op de meeste plekken staan echter genoeg klokjes om ook zaad voor volgende generaties op te leveren.
Tekst en foto’s: Baudewijn Odé, FLORON