Teunisbloem
Foto: Wout van der Slikke

Teunisbloemen en zomerse nachten

FLORON
29-JUN-2009 - Om dieren te spotten moet je soms vroeg uit de veren. Of juist in de avondschemer op stap. Planten zijn wat dat betreft minder veeleisend en laten zich in het volle daglicht uitstekend bewonderen. Maar er zijn uitzonderingen. Wie teunisbloemen op hun best wil zien wacht op de schemering. Geen straf, op een zwoele zomerse avond.

Bericht uitgegeven door stichting FLORON op maandag 29 juni 2009

Om dieren te spotten moet je soms vroeg uit de veren. Of juist in de avondschemer op stap. Planten zijn wat dat betreft minder veeleisend en laten zich in het volle daglicht uitstekend bewonderen. Maar er zijn uitzonderingen. Wie teunisbloemen op hun best wil zien wacht op de schemering. Geen straf, op een zwoele zomerse avond.

Teunisbloemen komen van oorsprong uit Amerika, maar een aantal soorten heeft zich al een paar honderd jaar geleden in onze streken weten te vestigen. De flora onderscheidt tegenwoordig de duin-, zand-, grote en middelste teunisbloem en de veelvoorkomende kruising tussen beide laatste soorten. Niet altijd eenvoudig op naam te brengen dus, die teunisbloemen.

Wie ze goed wil bekijken kan in de zomer op pad. Ze zijn tot in september nog volop te zien. Voor een individuele bloem duurt het seizoen overigens een stuk korter. De grote gele bloemen komen bij schemering snel uit de knop en brengen in volle bloei de nacht van hun leven door. In de loop van de dag daarop verwelken ze alweer. Gelukkig heeft een plant vele bloemen en bloeien niet alle bloemen tegelijk. Tijdens hun bloei verspreiden ze een vrij sterke geur en diverse soorten worden in hun land van oorsprong dan ook door nachtvlinders bestoven. Die putten met hun lange roltong de nectar uit de diepe kelkbuis. In onze streken schijnen teunisbloemen het voor de bestuiving vooral met gamma-uiltjes en bijen te moeten doen.

Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON