Ruim 100.000 amfibieën veilig overgezet in 2008!
Stichting RAVONBericht uitgegeven door RAVON op dinsdag 30 december 2008
In Nederland zijn op veel plaatsen paddenwerkgroepen actief bij het beschermen van amfibieën tijdens de zogenaamde paddentrek. De vrijwilligers helpen kikkers, padden en salamanders naar de overkant van de weg en voorkomen zo dat ze worden doodgereden door het verkeer. Deze overzetacties worden georganiseerd vanuit een grote betrokkenheid van mensen met de natuur in de directe leefomgeving. De acties zijn zowel gericht op het terugdringen van de verkeerssterfte aan individuen als op het behoud van lokale populaties van amfibieën. Naast de algemeen voorkomende soorten als bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander gaat het ook om streng beschermde soorten als kamsalamander en rugstreeppad die omkomen door het verkeer.
Eind 2007 is gestart met het project Padden.nu. Padden.nu is een gezamenlijk project van stichting RAVON, IVN, KNNV en Landschap Noord-Holland. Doel van het project is paddenwerkgroepen te ondersteunen en te stimuleren, om zo hun positie te versterken.
Meer dan 100.000 amfibieën veilig naar de overkant!
Sinds de opening van de website www.padden.nu begin 2008 hebben zich 33 paddenwerkgroepen aangemeld, verdeeld over 10 provincies. Van deze 33 werkgroepen hebben 18 werkgroepen, met in totaal 23 trajecten, hun overzetresultaten ingevoerd op www.Telmee.nl. De aantallen zijn per traject gepresenteerd in actuele grafieken op padden.nu. In totaal zijn er op alle 23 trajecten samen maar liefst 65.053 amfibieën overgezet! De 18 werkgroepen die hun gegevens op Telmee hebben ingevoerd, hebben gemiddeld 3.614 amfibieën per werkgroep overgezet. Hiermee kunnen we een voorzichtige schatting maken voor het totaal aantal overgezette dieren door alle paddenwerkgroepen die zich bij Padden.nu hebben aangesloten: 33 werkgroepen x 3.614 = 119.262 amfibieën!
Grote aantallen zeldzame soorten overgezet
Op de 23 trajecten, waarvan de gegevens zijn ingevoerd in Telmee.nl, zijn in totaal 64.320 amfibieën tot op soort gedetermineerd. De overige waarnemingen zijn doorgegeven als pad, salamander of kikker. Zoals verwacht bestaat het merendeel van de overgezette dieren uit gewone padden. Als goede tweede komt de bruine kikker met maar liefst 9.248 overgezette exemplaren. Op de derde plaats vinden we de kleine watersalamander. Opvallend is dat ook grote aantallen dieren van zeldzamere soorten zijn overgezet. Zo zijn er maar liefst 1.061 heikikkers, 988 rugstreeppadden en 118 Alpenwatersalamanders veilig naar de overkant gebracht. Naast amfibieën zijn er ook nog enkele andere dieren overgezet, zoals hazelwormen, een zandhagedis, veldmuizen, spitsmuizen en een mestkever.
Vier piekperioden in 2008
De gewone pad trekt al bij een minimumtemperatuur van 6°C, salamanders soms al bij nog lagere temperaturen. Maar hoe hoger de temperatuur, hoe groter de trek. De amfibieëntrek is echter niet alleen afhankelijk van de temperatuur, ook de luchtvochtigheid speelt een rol. Amfibieën hebben een waterdoorlaatbare huid en zijn daarom gevoelig voor uitdroging. Ze trekken daarom het liefst tijdens vochtig weer. De amfibieëntrek wordt dus gestuurd door een combinatie van temperatuur en luchtvochtigheid. Op www.padden.nu staat een tabel die de intensiteit van de amfibieëntrek voorspelt.
In 2008 heeft de amfibieëntrek grofweg in vier piekperioden plaatsgevonden. Tussen deze perioden in waren de weersomstandigheden ongunstig voor de trek. De echte amfibieëntrek is begonnen op 21 februari 2008. Voor die tijd zijn er wel dieren overgezet, maar dit waren geen noemenswaardige aantallen. De dag met de grootste trek was 29 februari. De trek richting het voortplantingswater (heentrek) vond grofweg plaats tussen eind februari en begin april. Op 23 april is weer een duidelijk piek waarneembaar. Deze wordt veroorzaakt door de terugtrek van padden die klaar waren met de voortplanting aangevuld met enkele late soorten.
De hoop is dat zich voor de paddentrek in 2009 nog meer werkgroepen aansluiten bij Padden.nu en hun gegevens invoeren op Telmee.nl. Door het bundelen van overzetresultaten uit het hele land ontstaat een krachtige dataset waarmee op termijn belangrijke uitspraken kunnen worden gedaan over landelijke trends in aantallen overgezette dieren.
Tekst: Jelger Herder en Tamira Hankman (RAVON)
Foto's: Jelger Herder (RAVON)