Krak… ik ben een eend
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op maandag 1 december 2008
Het gaat hartstikke lekker met de krakeend in ons land. Het gaat ‘m letterlijk voor de wind. Alhoewel de krakeend minder algemeen is dan de gewone wilde eend, leven er hier toch zo’n 7000 broedparen. Dat is een stuk meer dan de 700 paar in de jaren zeventig. In de winter komen veel krakeenden uit het Noordwesten van Europa bij om hier de koude maanden door te brengen.
De krakeend zegt geen ‘kwak’, maar ‘krak’. Daar heeft deze eend ook zijn naam aan te danken. Grote broer de wilde eend kennen we natuurlijk allemaal. Maar ook de krakeend komen we, vooral in de winter, vaak tegen.
Op het eerste gezicht lijkt de krakeend een saaie, grijsbruine eend. Maar de krakeend is zeker geen lelijk eendje. Als je goed kijkt, bijvoorbeeld door een verrekijker, zul je zien hoe mooi zijn golflijnen en schubben eigenlijk zijn. De vrouwtjes krakeend lijkt erg op een wilde eend. Ze kwaakt zelfs hetzelfde als de wilde eend. Het verschil zit ‘m in de oranje rand langs de snavel en de witte vlek op de vleugel. De mannetjes krakeend zegt wel ‘krak’. Of liever gezegd: hij laat een nasaal krakend en knorrend geluid horen.
De krakeend houdt van water. Vooral meren en moerassen met zoet en brak water zijn favoriet. In deze wintermaanden kan je grote groepen krakeenden in heel Nederland tegen komen. Dus als je tijdens een wandeling een eend tegenkomt, kijk dan eens goed. Het zou wel eens een krakeend kunnen zijn.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland
Foto: Andrew Dunn, Creative Commons Attribution ShareAlike 2.0 License