Ganzenaantal rivierengebied omlaag met minder afschot
ARK Rewilding NederlandBericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]
Het aantal zomerganzen in het rivierengebied is zo hoog dat er schade optreedt aan landbouw en natuur. Onderzoek laat zien dat de grote aantallen zijn terug te dringen op een natuurlijk manier, zonder afschot van ganzen.
De afgelopen jaren is het aantal zomerganzen langs de grote rivieren sterk gegroeid. Dit mag als een succes van dertig jaar ganzenbescherming gezien worden. Tegelijkertijd neemt het aantal zomerganzen dusdanig grote proporties aan, dat zich allerlei negatieve effecten voordoen. De zomerganzen zijn hun natuurlijke aantallen ver voorbij geschoten. Dit leidt niet alleen tot schade aan de landbouw, maar ook tot steeds meer negatieve effecten op de kwaliteit van de natuur.
Onderzoek in het kader van het project Rijn in Beeld laat zien dat er goede mogelijkheden zijn om de problemen met zomerganzen (inheemse grauwe gans plus een aantal exotische soorten) structureel op te lossen. Door landbouwgrond in de uiterwaarden om te vormen tot natuur en vossen hun gang te laten gaan, blijft het aantal ganzen in het rivierengebied op een natuurlijke manier in evenwicht. Afschot van ganzen is dan minder noodzakelijk.
Onnatuurlijk grote ganzenpopulatie
De inheemse grauwe gans was begin 20e eeuw vrijwel geheel uit Nederland verdwenen door overbejaging. Door uitzettingen vanaf de jaren '70 is de soort teruggekeerd als broedvogel, onder meer in het rivierengebied. De populatie zomerganzen in Nederland groeide uit tot circa 200.000 vogels, waarvan een groot deel in het rivierengebied.
De huidige hoge aantallen zijn een gevolg van de ideale omstandigheden in de Nederlandse uiterwaarden. Het grote areaal aan hoogproductieve graslanden biedt de ganzen jaarrond voedsel. Naastgelegen natuurgebiedjes bieden bovendien een veilige broed- en opgroeiomgeving.
Onderzoekers van Rijn in Beeld pleiten er daarom voor dat boeren hun landbouwgronden in de uiterwaarden ruilen tegen kavels daarbuiten. De vrijgekomen graslanden kunnen vervolgens worden omgezet in ruige natuur, waar ganzen veel moeilijker aan hun voedsel komen. Als natuurlijke roofdieren ook nog eens hun gang mogen gaan, blijft het aantal ganzen in het rivierengebied op een natuurlijke manier in evenwicht.
Ecologische schade
Onderzoekers van het project Rijn in Beeld laten zien dat de grote aantallen ganzen zelfs negatieve effecten hebben op de natuurgebieden. De belangrijkste zijn: beperking van de ontwikkeling van rietmoeras door vraat, overbegrazing van waterplanten en oeverbegroeiing en een slechte waterkwaliteit van plassen met ganzenconcentraties (onder andere blauwalgen). De negatieve effecten van ganzen treden vaak op in combinatie met andere factoren zoals verdroging (waardoor ganzen rietscheuten makkelijker kunnen bereiken) en de aanwezigheid van ondiepe stilstaande plassen met een voedselrijke slibbodem.
Nieuw beleid: ganzenopvang binnendijks
Naast het omzetten van voedselrijk landbouwgebied in gevarieerder natuurgebied en ruimte voor predatie, geven de onderzoekers het advies om foerageergebieden voor overwinterende ganzen in de uiterwaarden zo veel mogelijk naar binnendijkse landbouwgebieden te verleggen. Boeren krijgen daar dan een vergoeding voor de ganzenopvang. Hierdoor ontstaat in de uiterwaarden ruimte voor enerzijds bijzondere riviernatuur en anderzijds lagere, meer natuurlijke aantallen zomerganzen. Ook zal de uitvoering van hoogwaterprojecten minder vertraging oplopen doordat dure compensatie voor winterganzen achterwege kan blijven.
Uitgebreidere achtergrond informatie: www.rijninbeeld.nl.
Contact Gijs Kurstjens; g.kurstjens@planet.nl.
Tekst: Gijs Kurstjens, RijninBeeld en Marjolein Sterk, ARK
Foto: Gijs Kurstjens, RijninBeeld en Martin Hierck