Strijd tegen exotische muggen lijkt vooralsnog effectief
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door het Laboratorium voor Entomologie van Wageningen University en De Natuurkalender op [publicatiedatum]
Begin augustus werden we opgeschrikt door de melding dat drie exotische muggensoorten hun intrede in Nederland hadden gedaan. Hiervoor was veel aandacht, mede omdat deze muggen ziektes zouden kunnen overdragen. Maar wat is er sinds die melding gebeurd? Is het probleem onder controle en wat kunnen we verwachten? In november publiceerden collega’s van het Centrum voor Monitoring van Vectoren (CMV) de eerste onderzoeksresultaten in Eurosurveillance, het wekelijkse wetenschappelijke tijdschrift van de European Centers for Disease Control.
Op 21 en 22 juli 2010 werden de eerste vondsten gedaan van de Amerikaanse rotspoelmug (Aedes atropalpus), de gelekoortsmug (Aedes aegypti) en de tijgermug (Aedes albopictus). In de periode tot en met oktober werd vervolgens op 34 locaties intensief bemonsterd. Deze locaties waren door het CMV geclassificeerd als risicolocaties. Op vijf van de locaties bleken de exotische muggen voor te komen. Al deze locaties betroffen bedrijfsterreinen van importeurs van gebruikte autobanden. Op de vijf locaties werden in totaal 211 larven en 149 volwassen muggen verzameld. De Amerikaanse rotspoelmug was de meest aangetroffen soort. Het merendeel van de muggen en hun larven werd op twee van de vijf locaties gevonden. Ook werden de muggen en larven bestreden. De in het water levende larven met de biologische bestrijdingsmiddelen Bacillus thuringiensis var. israelensis en Bacillus sphaericus. Volwassen muggen werden bestreden met het insectendodende middel deltamethrine. De bestrijding werd tot en met eind oktober elke twee tot drie weken uitgevoerd. Op dat moment werden er geen larven of volwassen muggen meer aangetroffen. Maar betekent dit nu dat deze drie ongenode gasten onder controle zijn?
De Amerikaanse rotspoelmug
Deze mug komt van oorsprong uit Noord-Amerika en is al eerder, in 2009, in Nederland aangetroffen. Ondanks dat deze mug niet van nature in Noord-Europa voorkomt, blijkt uit eerdere modelstudies van het CMV dat het Nederlandse klimaat wel prima geschikt is. In de Verenigde Staten gaat deze mug door het leven onder de naam ‘rock pool mosquito’, omdat deze als eerste is beschreven uit rotspoeltjes langs rivieren. Maar ook in de Verenigde Staten wordt deze mug veelal aangetroffen in bandenstapels waarin zich regenwater heeft verzameld. De mug overwintert in het ei-stadium door vlak boven de waterlijn haar eitjes af te zetten. U kunt zich voorstellen dat de kleine zwarte eitjes in banden op die manier onzichtbaar zijn voor het oog van elke nieuwsgierige verzamelaar. Als de plek in het voorjaar weer wordt gevuld met regenwater, komen deze eitjes uit. In het laboratorium blijkt deze mug in staat om een aantal ziekteverwekkers over te dragen, maar er is (nog) geen sluitend bewijs dat de mug dat ook in de natuur waarmaakt.
De gelekoortsmug
Deze mug komt in vrijwel alle tropische regionen van de wereld voor en is de belangrijkste overdrager van het knokkelkoortsvirus, dat de ernstige ziekte dengue kan veroorzaken. De larven van de mug weten vaak elk klein bakje of schoteltje waarin een beetje water staat te koloniseren en komen daarom veel dicht bij huizen voor. De autoband behoort tot de favoriete plekken om in te broeden, met name in het regenseizoen. Zeer vervelend van deze mug is het bijtgedrag: de vrouwtjesmuggen bijten namelijk overdag. Je kunt jezelf dus niet beschermen door ’s nachts onder een klamboe te slapen. Een anti-muggenmiddel op basis van DEET of lemon-eucalyptusolie geeft overdag de beste bescherming. Omdat de gelekoortsmug van echt tropische temperaturen houdt, is de kans klein dat hij in de buitenlucht de Nederlandse winter zal overleven.
De tijgermug
De tijgermug is in 2005 voor het eerst in Nederland gesignaleerd in kassen waar ‘lucky bamboo’ wordt geïmporteerd. De eitjes en larven liften mee met het beetje water waarmee deze plantjes worden vervoerd. Sindsdien worden alle kassen van lucky bamboo-importerende bedrijven nauwlettend in de gaten gehouden. De overlast in en direct rond de kassen kan behoorlijk zijn, want de beet jeukt behoorlijk. Tot nu toe lijkt de mug (nog) niet definitief gevestigd in Nederland. Deze mug heeft een tropische oorsprong, maar heeft zich uitstekend weten aan te passen aan het Europese klimaat waar de mug als eitje de winter overleeft. In 1979 is hij mug voor het eerst binnen de Europese grenzen gesignaleerd, in Albanië. Momenteel is geheel Italië in de ban van de tijgermug en kun je ’s zomers vaak nauwelijks genieten van la dolce vita. Delen van Zuid-Frankrijk, Spanje en Griekenland zijn er niet aan ontkomen, en ook onze buurlanden maken melding van de tijgermug. De mug is een overbrenger van onder andere chikungunya, een zeer vervelende virale aandoening die hevige koortsen en gewrichtspijnen met zich meebrengt. Ook zijn er gevallen bekend waarbij de tijgermug de overbrenger is van het knokkelkoortsvirus.
Wat nu?
Belangrijk is om in het voorjaar van 2011 meteen vast te stellen of de muggen de winter door zijn gekomen. De vraag is of de afwezigheid van muggen op dit moment het directe gevolg is van effectieve bestrijding of dat ook natuurlijke afname een rol heeft gespeeld. Nederlandse muggensoorten gaan namelijk vanaf eind september in winterrust. Er is aanvullend onderzoek gewenst naar de winterbestendigheid van de soorten, en de aanwezigheid of ontwikkeling van resistentie tegen de gebruikte bestrijdingsmiddelen. Intussen worden natuurlijk nog steeds gebruikte banden ingevoerd en kunnen de muggen ook langs andere routes binnensluipen. Actieve monitoring en aanvullend onderzoek zijn noodzakelijk, anders is het dweilen met de kranen open.
Tekst en foto's: Sander Koenraadt, Laboratorium voor Entomologie, Wageningen University
Bron: E.J. Scholte et al., Eurosurveillance, 11 november 2010