Snelle visjes op het droge
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender op [publicatiedatum]
Ze zijn net zo nauw aan de mens verbonden als onze honden en katten. Alleen niet zo welkom als huisdier: zilvervisjes. Ze zijn meestal te zien op wat vochtige warme plekken in huis, zoals rond het toilet of onder plantenpotten. Daar schieten ze rap weg als hun schuilplaats wordt opgetild en ze in het licht komen. Zo tijdens deze laatste donkere dagen, waarin de kachel nog even flink wordt opgestookt, doen ze het maar al te goed in onze huizen. Maak nu wat nader kennis, zodat u voortaan weet wie u daar platdrukt of opzuigt met de stofzuiger.
Zilvervisjes (Lepisma saccharina) behoren tot de meest primitieve insecten. Dat zou je niet zeggen, want ze zien er toch behoorlijk ontwikkeld uit met hun twee sprieten aan de voorkant, drie aan de achterkant, zes pootjes en een paar oogjes. Dat primitieve uit zich ook niet in het ingewikkelde paringsritueel dat deze diertjes er op na houden: als u ’s avonds het licht uitdoet kunt u getuige zijn van een heuse paringsdans inclusief kopjes geven en antennegetrommel! Uit de eitjes, die na de paring gelegd worden, komen miniatuurversies van de volwassen dieren tevoorschijn. Jonge zilvervisjes zijn lichtgrijs en geheel bedekt met kleine schubjes die makkelijk loslaten. De oudere diertjes zijn wat donkerder.
Zilvervisjes veroorzaken misschien hier en daar een schrikreactie bij de minder insectenminnende medemens. Bovendien weten ze de voorraadkast vaak ook wel te vinden. Eenmaal platgeslagen laten ze een vies nat hoopje met kleine schubjes na. Verder kunnen we deze beestjes van maar weinig echte overlast beschuldigen.
Het zijn de familieleden van het zilvervisje die daar roet in het eten gooien. Sinds enkele decennia is het papiervisje (Ctenolepisma longicaudatum) vanuit warme streken flink in opmars in de Nederlandse gebouwen. Volgroeide papiervisjes worden iets groter dan zilvervisjes: tot anderhalve centimeter lang. Verder zijn ze voor de meeste mensen moeilijk van zilvervisjes te onderscheiden. Beide diertjes hebben een voorkeur voor een celluloserijke maaltijd. Waar het zilvervisje vooral hier en daar wat rommel opruimt, knaagt het papiervisje graag aan papier. Deze eigenschap maakt het toch wel echt een lastpak, vooral onder postzegel- en kunstverzamelaars en mensen met grote boekenkasten.
Hoewel meer dan een uur zonlicht al dodelijk voor deze insecten is, zijn ze vaak moeilijk onder de duim te krijgen. Vooral omdat ze alleen in het donker actief worden, razendsnel zijn en met hun erg platte lijf makkelijk overal onder of tussen kruipen. Bovendien kunnen ze wel drie jaar overleven met enkel papier. Hierbij hebben ze zelfs geen vloeibaar water nodig. Het vocht halen ze gewoon uit de lucht, of uit de vertering van het papier. Al met al helaas geen aaibaarheidverhogend verhaal dus over deze zespotertjes, dus opzuigen of platslaan is wat mij betreft geen grote schande. Al is het vaak vechten tegen de bierkaai:de meeste zilver- en papiervisjes komen pas in het donker tevoorschijn waardoor het bijna onmogelijk is hen allemaal te pakken te krijgen.
Tekst: Fedor Gassner, De Natuurkalender
Foto: Sebastian Stabinger, GNU licentie