Bokjes ‘trappen’
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland op dinsdag 22 november 2011
Er zijn van die soorten die er wel zijn, zelfs in behoorlijke aantallen, maar die je niet of nauwelijks ziet, tenzij je er letterlijk op gaat staan. Zo’n soort is het bokje. Nu te zien, of eigenlijk dus niet.
Een bokje (what’s in a name?) is een kleine steltloper, een beetje vergelijkbaar met een watersnip maar dan kleiner en met een kortere snavel. Bokjes broeden niet in ons land, maar zijn doortrekker en wintergast in (vrij) klein aantal. De doortrekpiek ligt in het midden van oktober, maar ook in november zijn de aantallen hoger dan gemiddeld.
Bokjes kunnen het hele land op geschikte locaties worden aangetroffen: natte heidevelden, veengebieden, moerassen, natte graslanden of andere gebiedjes met drassige halfopen niet te hoge vegetatie. Aan de kust zijn ze minder aanwezig omdat ze zoute milieus mijden.
Bokjes zijn een meester in camouflage. Daarom worden ze ook zelden gezien, tenzij je er bovenop gaat staan. Ze vertrouwen volledig op hun schutkleuren en vliegen dan ook pas op het allerlaatste moment op. Het is zelfs zo erg dat als je eenmaal een bokje opgestoten hebt, deze bijna niet meer terug te vinden is totdat hij opnieuw opgestoten wordt.
Tekst: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: Koos Dansen