Enige populatie zwartvlekspikkelspanners in Rotterdam
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Eind maart ving nachtvlinderaar Cora de Groot in haar Rotterdamse achtertuin voor de vierde maal in zes jaar zwartvlekspikkelspanners. Tot op heden is dit de enige plek in Nederland waar deze soort meer dan eens is waargenomen.
Met deze reeks van waarnemingen wordt het aannemelijk dat er sprake is van een heuse populatie. Lokaal, maar standvastig. In 2007 werd de zwartvlekspikkelspanner (Menophra abruptaria) op de locatie in Rotterdam IJsselmonde voor het eerst in de lichtval aangetroffen. Sindsdien is de vlinder er in 2008, 2010 en 2012 ook aangetroffen. Bij de laatste waarneming op 23 maart 2012 kwamen er maar liefst vier exemplaren op het licht af. Met deze reeks van waarnemingen wordt het aannemelijk dat er sprake is van een lokale populatie in de zuidrand van Rotterdam. Dat is uniek voor Nederland, aangezien in de afgelopen tien jaar slechts één andere waarneming van deze soort bekend is, in de duinen van Wassenaar in 2010. In de jaren negentig is de zwartvlekspikkelspanner nog enkele malen aangetroffen in het duingebied van Voorne. De laatste waarneming daar dateert van 1999.
De zwartvlekspikkelspanner is een echte zuiderling. Nederland ligt op de meest noordelijke rand van zijn areaal in Europa. Desondanks is het zeker dat het Nederlandse klimaat geschikt is voor twee generaties: zowel in het vroege voorjaar als in de zomer worden vlinders gevangen. Ook lijkt het voorkomen niet beperkt te worden door waardplanten. Algemene planten als liguster, gewone es en sering worden genoemd in literatuur en internet. Alle reden om de vlinder op veel meer plekken in Nederland te verwachten. Is de zwartvlekspikkelspanner een vlinder in opmars? Dat is niet zeker. De Rotterdamse vliegplek werd in 2007 ontdekt, maar kan evengoed al decennia bestaan. Tegelijkertijd wordt Nederland steeds beter op vlinders onderzocht. Als er andere vliegplaatsen zijn is de kans dat ze onontdekt blijven hopelijk klein. Vooral als men wat meer aandacht aan de natuur in het stedelijk gebied besteedt. Dat kan tot leuke verrassingen leiden.
Tekst: Wouter Moerland, Bureau Stadsnatuur Rotterdam; Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Cora de Groot