Helpende hand voor de zwarte stern beloond met broedsucces
StaatsbosbeheerUit de tellingen van 2024 blijkt dat er in heel Nederland ongeveer 1250 broedparen zwarte sterns zijn. Daarvan komt 22 procent in Noordwest- en Noord-Utrecht voor. In Polder Demmerik, de Bovenlanden Wilnis en Westbroekse Zodden zijn 115 paren geteld. Dit resultaat is uitzonderlijk goed voor Utrecht-West, een stijging van meer dan vijftig procent. Dat is zelfs voor een soort die bekend staat om het gemak waarmee hij van broedplaats wisselt en weer kan opduiken, uitzonderlijk veel. Een hele vooruitgang voor deze soort die op de Rode Lijst van bedreigde vogels staat.
Kritische koloniebroeders
De zwarte stern is een trekvogel die tot de familie van meeuwen behoort. In het voorjaar strijkt de zwarte stern onder meer in Nederland neer om voedsel te zoeken en te broeden. De kuikens worden grootgebracht en klaargestoomd voor een lange reis naar Afrikaanse kustgebieden om daar te overwinteren. Voordat het zover is heeft het ouderpaar een waslijst aan voorwaarden. Allereerst zijn het koloniebroeders. De hele kolonie broedt bij elkaar in de buurt. Dit doen ze in halfopen water, het liefst op drijvende watervegetatie in een omgeving waar veel insecten aanwezig zijn. "Ook een aangename plek om te foerageren is een vereiste, zo moet er vanaf de slootkant zo’n 2,5 meter oeverbegroeiing overblijven", aldus Remy Sanders, boswachter beheer.
De perfecte kraamkamer
Drijvende watervegetatie is voor de zwarte stern de perfecte kraamkamer. De kwaliteit van deze vegetatie is afgenomen door onder andere vermesting, slechte waterkwaliteit en de explosieve groei van de Amerikaanse rivierkreeft in de terreinen in Utrecht-West. Vrijwilligster Cecile Delahaye heeft veel ervaring opgedaan om van een houten vlotje een geschikte kraamkamer te maken voor de kritische zwarte stern. Hierbij is de juiste aankleding van groot belang. Cecile plaatst eerst een grasmatje op het vlot en legt dit op z’n kop. Op de hoeken worden watermunt en moeras vergeet-mij-nietjes bevestigd. De vegetatie mag nog niet te hoog zijn, want dan kan de zwarte stern er niet op landen om te nestelen. Daarnaast moet de vegetatie mee kunnen groeien met kuikens, zodat deze beschut zijn voor predatie. Voorts moeten de locaties met vlotjes niet te ver uit elkaar liggen, het liefst binnen vierhonderd meter van een bestaande populatie. Cecile: "We zijn vier jaar geleden gestart met twaalf vlotjes en nu zijn het er al 120!"
Locatie en monitoren
Een andere vrijwilliger, Leen Heemskerk, is gespecialiseerd in zwarte sterns. Hij houdt zich bezig met het in kaart brengen van locaties in de veenweiden van Noordwest-Utrecht, onder de vlag van Boerennatuur Rijn, Vecht en Venen in de werkgroep zwarte stern. Hier vallen ook onze terreinen in Utrecht-West onder, waar de vogel van oudsher voorkomt. Op deze manier wordt de bescherming geconcentreerd in gebieden waar je de meeste kans op succes hebt.
Met het uitleggen van vlotjes kunnen vogels gaan broeden op door ons bepaalde locaties en condities. Als deze aannames onjuist zijn, kan het gebeuren dat de broedsels mislukken. Monitoring is nodig om deze foute aannames te signaleren. Er wordt vanaf de start van het uitleggen van de vlotjes wekelijks geteld. Dat wordt volgehouden tot de kuikens kunnen vliegen, zo ongeveer zeven weken nadat de vlotjes door de sterns als broedplaats in gebruik zijn genomen. Veranderingen van week op week geven aan of het goed of slecht gaat.
Veel kennis over de eisen die de zwarte stern stelt aan zijn biotoop komt uit Amerikaans onderzoek omtrent nestplaats en directe omgeving, voedselbiotoop, kolonievorming, de rol van predatoren, mobiliteit en plaatsgetrouwheid. Leen: "Wij hebben contact en wisselen ervaringen uit met de Audubon zwarte stern werkgroep Great Lakes in Detroit. Inmiddels leren zij ook van ons over de vlotjes zoals grootte, aankleding en positionering in het veld. Ze zijn voornemens om in 2025 vlotjes met een antipredatiehekje eromheen een kans te geven".
Pachters tellen mee
Bijzonder is ook dat meerdere pachters van Staatsbosbeheer op hun eigen grond vlotjes plaatsen en meedoen met de tellingen. Een leuk detail: de zwarte sterns die dichtbij de weidevogelgebieden van deze pachters zijn genesteld, zijn fanatiek in nestbescherming. In deze weidevogelgebieden werken ze indirect samen met onder meer scholeksters. "De gezamenlijke nestbescherming van zwarte sterns en weidevogels is bij wijze van spreken een samenwerking tussen de luchtmacht en de landmacht", grapt Remy. "Ook broeden kuif- en krakeenden graag en talrijk in de buurt van zwarte sterns".
Beheer cruciaal
Het team boswachters doet natuurlijk meer dan alleen de juiste kraamkamer bieden en tellen. Goed beheer en de juiste condities creëren voor meer natuurontwikkeling en biodiversiteit is cruciaal om het aantal zwarte sterns te laten toenemen. In de Westbroekse Zodden bijvoorbeeld, heeft de zwarte stern zich na afronding van een natuurherstelproject in 2021 dankzij onze hulp weer spontaan gevestigd.
Dit artikel is tot stand gekomen met hulp van diverse boswachters en vrijwilligers.
Tekst: Staatsbosbeheer
Foto's: R.H.W. Kalkman