De rivierprik zuigt zich met zijn ronde bek vast aan vissen. Met zijn tandjes raspt hij een gat in de huid van zijn prooi, om zo de vrijkomende lichaamssappen te verorberen. Dat klinkt luguber, toch is de rivierprik een belangrijke soort in een gezond watersysteem. De aanwezigheid van de rivierprik laat zien dat het water schoon genoeg is en dat de verbinding tussen zee en rivier werkt. Helaas stoot de prik zijn neus nog te vaak tegen stuwen en waterkrachtcentrales. Daar willen we wat aan doen.
De prik is eigenlijk helemaal geen vis
Ondanks zijn visachtige uiterlijk, is de rivierprik geen vis, maar een rondbek, lid van de familie der prikken. Het lichaam is cilindervormig en langgerekt, met zilverkleurige flanken en zeven ronde kieuwopeningen achter de ogen. De paling lijkt qua bouw op de rivierprik, maar mist de mondschijf en ronde kieuwopeningen.
Het belangrijkste onderscheid tussen de priksoorten in Nederland is de lichaamslengte en het aantal tandjes. Een volwassen rivierprik kan tot vijftig centimeter lang worden, terwijl de nauw verwante beekprik slechts twintig centimeter haalt.
Een nest van steen
Rond deze tijd trekken de volwassen rivierprikken vanaf de kustzones tot honderden kilometers landinwaarts naar de paaiplaatsen in rivieren en grotere beken. In de periode van maart tot mei vindt de paai plaats. Rivierprikken maken hiervoor dan een nestkuil. Dit doen ze door steentjes met hun mondschijf weg te slepen. Het vrouwtje zuigt zich vervolgens vast aan een van de stenen die aan de rand van het nest zijn gevestigd. Een mannetje zuigt zich vast aan de kop van het vrouwtje en draait zijn lijf strak om haar heen. Dan kunnen de eitjes worden afgezet en bevrucht. Na de voortplanting sterven de dieren.
Vrijstromende rivieren
De rivierprik is zeldzaam in Nederland en plant zich slechts op enkele plekken voort. Belangrijke paaiplaatsen liggen in het stroomgebied van de Drentsche Aa, de Roer en de Niers, terwijl de meeste rivierprikken naar zijriviertjes van de Rijn in Duitsland trekken. De grote Nederlandse rivieren dienen daarbij als migratieroutes. De soort is gevoelig voor de verstoring van deze routes door bijvoorbeeld stuwen en waterkrachtcentrales. RAVON brengt prikbarrières in kaart en zoekt naar manieren om deze op te lossen. De stuw bij Lith heeft bijvoorbeeld wel een vispassage, maar deze is niet geschikt voor de prik. Duizenden prikken hopen zich hierdoor op voor de stuw, om daar ten prooi te vallen aan aalscholvers. Het vangen en overzetten van prikken biedt tijdelijk soelaas, maar voor de lange termijn zijn duurzamere oplossingen nodig, zoals het verbeteren van de prikpasseerbaarheid van de stuwen of het weghalen van (verouderde) waterkrachtcentrales.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in de Week van… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Max Schutte en Maarten Bruns, RAVON en SoortenNL
Foto’s: Paul van Hoof; Jelger Herder
Kaart: NDFF