Levende doden #7: paling
SoortenNLNog nooit heeft een mens een paling zich in het wild zien voortplanten. Het wonder voltrekt zich ergens diep in de Sargassozee. De larven zijn doorzichtig en hebben de vorm van een wilgenblad. Ze zwemmen duizenden kilometers en als ze aankomen bij het continentaal plat transformeren ze tot doorzichtige wormpjes, ook wel glasalen genoemd. Dan groeien ze verder op in de zoete wateren om vervolgens weer zesduizend kilometer terug te zwemmen. Deze bizarre cyclus kan de soort alleen volbrengen door te sturen op overvloed en massa: de vis moet immers bestand zijn tegen grote uitval onderweg.
Oudere vissers weten: op heel veel plekken in Nederland krioelde het vroeger van de paling. Er worden nog steeds op veel plaatsen palingen gezien, maar dat betekent niet dat het goed gaat. Palingen kunnen wel twintig jaar oud worden, dus om het toekomstperspectief te kunnen zien moet je naar de reproductiecijfers kijken. De systematische monitoring van intrek van glasalen in Europa laat een achteruitgang zien waar de rillingen je van op de rug lopen: maar liefst 98 procent.
Visserij is nu eens niet de grote boosdoener: de belangrijkste oorzaak is dat we ons estuarium, het riviersysteem van onze delta, kunstmatig op slot hebben gezet met duizenden dammen, gemalen, waterkrachtcentrales en stuwen. Op die manier is het voor dieren niet of nauwelijks te doen om hun opgroeigebieden te bereiken of terug te zwemmen naar hun paaigebieden.
In Noord-Holland staat wat ook wel ‘de grootste gehaktmolen van Europa’ wordt genoemd. Het is een gemaal met schroeven van maar liefst zes meter doorsnede. Als het hard geregend heeft, moeten de polders, waarvan sommige wel zeven meter beneden de zeespiegel liggen, worden leeggepompt. En als de schroeven op volle toeren draaien, wordt meer dan de helft van de paling in mootjes gehakt.
Het politiek draagvlak voor bescherming van paling is groot, van links tot rechts vinden Kamerleden dat we meer moeten doen om paling te behouden. Maar zo’n gemaal bij IJmuiden is duur en dat vervang je niet zomaar. Dus heeft de Kamer een motie aangenomen om het gemaal ‘vispasseerbaar’ te maken en dat mee te nemen in het regulier onderhoud. Dit heeft Rijkswaterstaat de laatste keer echter toch niet gedaan. Veranderen blijkt moeilijk. ‘Ineens’ bleek dat we vanwege klimaatverandering meer bemaling nodig hebben en is er vorig jaar toch weer een nieuwe gehaktmolen geplaatst.
Zonder dit soort grote ingrepen kunnen vissers en dierenbeschermers elkaar de tent uit vechten over wat we met de laatste paar procentjes paling doen, maar het helpt natuurlijk niet. Inmiddels is er een heuse glasaaloorlog uitgebroken compleet met Chinese maffia en ook sterke verdenkingen over criminaliteit op eigen bodem. Glasaal kost driehonderd euro per kilo in de legale handel, maar het loopt op tot tweeduizend in het illegale circuit. In tegenstelling tot wat sommige vissers willen doen geloven, bestaat er niet zoiets als duurzame paling. Er zijn initiatieven om paling over de dijk te zetten of glasalen op te kweken en weer los te laten, maar van bewezen resultaten is nog geen spoor. Het zijn goede bedoelingen, maar er zijn ook serieuze vraagtekens te plaatsen bij al dat gesleep met die beesten.
Veel beter is het om het leefgebied op systeemniveau te herstellen: leefgebieden weer bereikbaar maken met schoon water, vispassages en visvrije zones. Het succes van Ruimte voor de Rivieren laat zien dat je bijzondere en opzienbarende resultaten kunt boeken als je in dynamische systemen ruimte maakt voor natuurlijke processen. Juist een soort als paling, die van nature stuurt op massale reproductie, kan snel weer opveren. De plannen om de Sloterplas in Amsterdam om te bouwen tot ‘aalreservaat’ zijn wat dit betreft hoopgevend. Maar dan moeten we wel ophouden met het plaatsen van gehaktmolens.
Levende doden
Geen land ter wereld weet zoveel van zijn natuur als Nederland. Tegelijk gaat geen land ter wereld er zo slecht mee om. Omdat de overheid het systematisch laat afweten, is natuurbescherming afhankelijk geworden van de inzet van talloze vrijwilligers. Er zijn soorten die onmiddellijk uit Nederland zouden verdwijnen als zij hun inspanningen staken.
Om de twee weken portretteert Sander Turnhout een planten- of diersoort voor wie ‘het lot van de dodo’ dreigt. Dit portret is ook verschenen in De Groene Amsterdammer.
Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL
Foto's: Eric Gibcus, Saxifraga (leadfoto, paling); Ludwig Volbeda