Natuurjournaal 6 oktober 2024

Slijmvissen hebben geen schubben, maar een slijmerige huid. Het zijn bodemvissen die leven van onder andere zeepokken en slakken. Deze kleine, gevlekte vis komt voor in de Noordzee en is zeldzaam langs de Nederlandse kust. Toch kan hij bij stenige dijken en op mossel- en oesterbanken talrijk zijn. Slijmvissen leven in ondiep water, met name tussen stenen, in rotsspleten en in poelen. Het zijn nieuwsgierige vissen die regelmatig uit hun stenige schuilplek tevoorschijn komen om duikers te bekijken. In de winter gaan ze richting dieper water.

De naam slakrups suggereert ook een slijmerig dier, maar niets is minder waar. De rups van deze nachtvlinder heeft een bijzonder uiterlijk die eerder aan een slak doet denken dan aan een rups. Ze hebben namelijk geen poten en schuiven als een slak over hun voedselplant. Anders dan slakken laten ze daarbij geen slijmspoor achter. De rups overwintert aan de onderkant van een blad, waarmee hij in de herfst op de grond valt. Op de grond brengt hij de rest van de winter door. Pas in het voorjaar kruipt de slakrupsvlinder naar buiten, die ondanks zijn naam helemaal geen overeenkomsten meer heeft met een slak.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Hans Kouwenberg, Waarneming.nl; W. Huibers, Waarneming.nl