Natuurjournaal 2 september 2024
Nature TodayDe goudplevier dankt zijn naam aan zijn prachtige geel- en goudgespikkelde verenkleed, zowel in de zomer als in de winter. In Nederland broeden ze al lang niet meer wegens gebrek aan geschikt leefgebied, maar we kunnen ze gelukkig nog steeds zien. Vanaf september trekken goudplevieren uit hun broedgebieden ten noorden van ons richting Nederland. Je ziet ze vooral in het noorden en westen van Nederland, waar ze in grote aantallen neerstrijken. In milde winters blijven ze bij ons hangen, als het hard vriest, trekken ze verder zuidwaarts. In IJsland is de goudplevier erg algemeen, ongeveer een derde van alle goudplevieren vindt daar zijn broedgebied. De terugkeer van de goudplevier geldt daar dan ook als een teken dat de winter voorbij is.
Nog meer goud, maar dan in het insectenrijk! In bosranden en op open plekken van loofbossen en parken vind je de grote gouden bladloper. Deze zweefvlieg valt op door de top van het achterlijf die goudbehaard is, en ook de pootjes hebben een gouden glans. Het is een zweefvlieg, maar hij gedraagt zich heel anders. Zweefvliegen zie je bijvoorbeeld in de tuin zweven of stilhangen voor een bloem. De grote gouden bladloper zweeft niet en zit ook niet op bloemen, hij loopt liever over de bladeren. Eigenlijk was ‘bladlikker’ een betere naam geweest, aangezien alle zweefvliegen uit de groep van de bladlopers hun voedsel van de bladeren af ‘stofzuigen’. Wat ze hierbij precies eten, is onduidelijk, maar vermoedelijk is het stuifmeel en honingdauw dat op de bladeren is gevallen. Bladlopers zijn echte bosdieren. Niet alleen omdat daar de bladeren zijn waar zij zo graag over lopen, maar ook omdat de larven zich in rottend hout ontwikkelen.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Piet Munsterman, Saxifraga; Arnold Wijker, Waarneming.nl