Leadfoto.

Leven tussen lijken: snavelneuten opgedoken in het Grevelingenmeer

Stichting ANEMOON
21-JUL-2024 - De Gladde snavelneut is een relatief nieuwe exoot. Onlangs ontdekten duikers een populatie in het Grevelingenmeer op een nogal obscure plek. Daar waar de bodem zwart ziet en in zuurstofarme omstandigheden overal dieren liggen te sterven, steken deze tweekleppige schelpdieren hun schelp en een lange sifobuis uit het slib en blijken ze springlevend.

In 2019 dook de Gladde snavelneut (Yoldia limatula) uit Amerika plotseling op in de Westerschelde, voor de Sloehaven (Natuurbericht 7 juni 2020). Gezien de locatie werd geconcludeerd dat dit dier een onbewust door de mens ingevoerde niet-inheemse soort is. Vrijwel alle exoten die in zee worden aangetroffen, al is het maar één exemplaar, worden daarna veel algemener. Zo ook de Gladde snavelneut. Al snel troffen onderzoeksbureaus het dier ook aan in de Voordelta (Natuurbericht 2 juli 2021), het Noordzeekanaal en opnieuw in de Westerschelde. Deze dieren houden van slibrijke bodems, eten op de bodem neergedwarrelde voedseldeeltjes (detritus) en zijn in staat om het sediment om te woelen (bioturbatie). In het Grevelingenmeer blijken ze voor te komen op zuurstofarme plaatsen die voor de meeste organismen dodelijk zijn. We blijken er een nogal obscure exoot bij te hebben.

Alleen duikers

Als schelpenliefhebbers deze fraaie schelpen op het strand willen vinden, hebben ze heel veel geluk nodig. De soort leeft in dieper water en spoelt daardoor niet makkelijk aan. In september en oktober 2020 vond men na een storm drie schelpen op het Belgische strand in de regio Oostduinkerke – Koksijde. Sinds kort kan de Gladde snavelneut echter ook in zijn natuurlijke habitat worden waargenomen, althans voor wie duikt. Op 16 juni 2024 werd een aantal schelpen waargenomen bij duikstek Den Osse in de Grevelingen. De populatie leeft hier met name in het slib tussen en rond grote steenblokken van ongeveer een halve meter en langer. Die steenblokken liggen rond 15 meter diep, waar de flauw aflopende bodem vrij abrupt overgaat in een steile helling. Met een bodemhapper, zoals een boxcore of Van Veen happer, kan dit type habitat niet bemonsterd worden. Twee weken later werd een aantal verse doubletten opgedoken op een diepte tussen 13 en 17 meter.

Doubletten van de Gladde snavelneut (Yoldia limatula), opgedoken in het Grevelingenmeer eind juni 2024

Dode boel?

Op de diepte waar de Gladde snavelneut werd aangetroffen was de bodem volledig zwart en lag de omgeving vol dode dieren. Vooral wormen, maar ook zeeanemonen, kleinere kreeftachtigen en zelfs visjes. Een aantal van de schijnbaar eveneens gestorven exemplaren van de snavelneut werd meegenomen. Later, boven water bij het spoelen van de verzamelde doubletten, bleek totaal onverwacht dat het merendeel van de snavelneuten nog leefde. Bovendien zijn op ter plaatse genomen onderwaterfoto’s levende dieren te zien met lange sifobuizen. Blijkbaar komt op de betreffende locatie een bloeiende populatie Gladde snavelneuten voor die hier leeft onder de 's zomers zeer zuurstofarme omstandigheden!

Uit de bodem van het Grevelingenmeer stekend exemplaar van de Gladde snavelneut met een opvallend lange sifobuis

Zuurstofarm biotoop

Het is goed mogelijk dat de Gladde snavelneut inmiddels op meer plaatsen in het Grevelingenmeer voorkomt. Het is een bekend verschijnsel dat je exoten vooral tegenkomt in sterk door de mens beïnvloede habitats. Er zijn nog meer tweekleppigen die het vooral in de afgesloten Grevelingen heel goed doen en/of deden. De Korfschelp (Corbula gibba), de Tere hartschelp (Acanthocardia paucicostata) en de exotische Vensterglasschelp (Theora lubrica) zijn daar goede voorbeelden van. Deze soorten hebben een voorkeur voor slibbige bodems en kunnen ook lagere zuurstofgehaltes verdragen. De Gladde snavelneut hoort daar blijkbaar ook bij en floreert mogelijk zelfs vooral op zulke plaatsen. De afsluiting van de Grevelingen zorgt voor gelaagdheid gedurende de zomer en samen met de voedselrijkdom resulteert dit in een zuurstofarme onderlaag waarin ieder jaar veel dieren sterven.

Opletten

Voor het volgen van de verspreiding van deze soort zijn waarnemingen van duikers bijzonder waardevol. We roepen duikers daarom op goed uit te kijken naar deze soort. In Zeeland in het Grevelingenmeer, maar ook in het Veerse Meer en elders. En wie weet is of komt er ook wel een uitbreiding naar pure slibbodems in de Waddenzee, zoals onderzoekers al hebben voorspeld. Misschien is het waarnemen niet altijd eenvoudig. De Gladde snavelneut kan zich extreem snel terugtrekken in de bodem. De voet wordt dan naar beneden uitgestrekt, het uiteinde verbreedt zich aan weerszijden tot een soort anker en de voet trekt zich razendsnel samen. De glanzende, supergladde schelp biedt nauwelijks weerstand in het zachte slib. Het zou kunnen dat in zuurstofarme omstandigheden de schelp verder uit de bodem komt en zich niet zo snel terugtrekt. Misschien verklaart dat het feit dat deze toch al wat grotere en oudere schelpen pas ontdekt werden nu er weer zuurstofarmoede heerst in het Grevelingenmeer. Alle waarnemingen kunnen worden ingevoerd in het meetportaal of via de web-app van Stichting ANEMOON.

Snavelneut. Doubletten kunnen ruim 5,5 centimeter worden. Duikers wordt gevraagd speciaal te letten op deze uit Amerika afkomstige exoot, die bezig is met een uitbreiding in het Nederlandse kustgebied

Tekst: Marco Faasse, Eurofins AquaSense; Renate Olie, Stichting De Noordzee Stichting ANEMOON; Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON
Foto's: Marco Faasse (leadfoto: Gladde snavelneut, levend dier, deels stekend uit een zwarte, zuurstofarme bodem in het Grevelingenmeer); Renate Olie