Natuurjournaal 14 augustus 2024
Nature TodayDe meeste grassen zijn nu al uitgebloeid, maar de geelrode naaldaar begint nu te bloeien en valt op door zijn kleurige en compacte aren. Wanneer de zon erdoorheen schijnt, zie je een geeloranje tot rossige tint, door de gekleurde borstelharen. Deze grassoort behoort tot de zogenaamde C4-planten. Dit zijn plantensoorten met een bijzondere aanpassing in de fotosynthese. Ze vormen vanuit koolstofdioxide (CO2) verbindingen met vier koolstofatomen, terwijl de meeste planten uit gematigde streken verbindingen met drie koolstofatomen produceren (C3-planten). Uit onderzoek blijkt dat deze vorm van fotosynthese tenminste 45 keer onafhankelijk van elkaar ontstaan is. Het eerst lijkt het in droge gebieden te zijn ontstaan, omdat C4-planten veel efficiënter omgaan met water. C3-planten komen veel meer voor in gematigde streken.
Jonge vossen zijn bijna volwassen. Ze blijven nu nog met hun broertjes en zusjes in de buurt van het hol, maar zijn meestal bovengronds. Binnenkort moeten ze op zoek naar een eigen territorium. Jonge mannetjes trekken weg. Afhankelijk van het voedselaanbod trekken jonge vrouwtjes weg uit het leefgebied, of juist niet. Zij blijven dan bij de familie. In voedselrijke gebieden duldt een vossenpaar nog een of twee andere volwassen vossen in hun territorium en dat zijn altijd dochters. Deze 'extra' vrouwtjes krijgen zelf bijna nooit jongen, maar helpen een handje bij het voedsel brengen voor de jongen. Bij het wegvallen van de moeder (door verkeer of jacht bijvoorbeeld) kunnen ze de hele opvoeding overnemen.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Peter Meininger, Saxifraga; Luuk Vermeer, Saxifraga