Sneep. Cyprinidae Chondrostoma nasus

Natuurjournaal 31 juli 2024

Nature Today
31-JUL-2024 - Een vis met een dopneusje en oranjetipjes al klaar voor de winter.

Veel riviervissen paaien in het voorjaar, en de jonge vissen groeien vaak op in beschut, ondiep water. De larven van de sneep groeien bijvoorbeeld op langs de oever, waar ze kleine waterbeestjes eten. Nu ze wat groter zijn, schakelen ze over op het dieet van de volwassen vissen. Met hun bek schrapen ze de algen af die op stenen in de rivier groeien, en alles wat er tussen die algen leeft. Snepen hebben een gekke neus, en de etymologie van die naam is dan ook verwant aan snip, snuit, snoet en snavel. In het Duits heten ze trouwens ‘nase’: neus. Aan dit dopneusje herken je de sneep dus, en voor andere soorten biedt de zoekkaart karperachtigen van RAVON (pdf: 2,1 MB) uitkomst.

Het oranjetipje zit nu al in zijn pop en is goed gecamoufleerd

In de zomer zie je nog veel vlinders rondvliegen, maar het oranjetipje is al lang verdwenen. De afgelopen weken hebben de rupsen zich volgegeten en zijn vervolgens verpopt. Waar de meeste vlinders in de zomer na een paar weken weer uit hun pop komen (de 'zomergeneratie'), houdt het oranjetipje het na het voorjaar voor gezien. De pop gaat nu al in rust en zal pas volgend voorjaar, als de pinksterbloem en look-zonder-look weer bloeien, uitkomen. Om zo min mogelijk op te vallen, kleurt de pop van het oranjetipje mee met het seizoen. Nu is hij frisgroen, in het najaar kleurt hij bruin.

Tekst: Nienke Lameris en Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Nasser Halaweh, Wikimedia Commons; Henk Bosma, Saxifraga