Week van de panteramaniet
Nederlandse Mycologische Vereniging, Paddenstoelenonderzoek Nederland, SoortenNLPanteramaniet is verwant aan vliegenzwam. Ze lijkt er ook op, afgezien van de hoedkleur. Evenals vliegenzwam leeft deze soort in symbiose met bomen: de paddenstoel ruilt water en voedingsstoffen uit tegen suikers van de boom. Anders dan vliegenzwam kun je panteramaniet al vroeg in het jaar vinden, bij voldoende regen al in juni. En, ook bijzonder, je kunt ze de hele zomer en herfst nog blijven tegenkomen, al vind je de meeste exemplaren in de nazomer. Je hoeft niet ver om deze soort te kunnen vinden: ze groeien in parken, lanen, wegbermen en bossen. Vooral op de pleistocene zandgronden en in de duinen. Panteramaniet groeit op iets gebufferde bodems, op echt zure bodems zul je deze soort niet tegenkomen. Op de pleistocene zandgronden vind je hem vooral in wegbermen en nauwelijks in het bos, ook niet langs de paden. Wegbermen hebben vaak een dunnere strooisellaag dan bossen en dat is voor deze soort belangrijk, maar in de kalkrijke duinen staan ze ook in het bos. Ze groeien het meest bij beuk, maar je vindt ze ook vaak onder eiken en soms onder berk. In sommige jaren kunnen ze massaal aanwezig zijn. Als je panteramanieten ziet, loont het de moeite om verder te kijken. Vaak vind je daar ook andere interessante paddenstoelen.
Panteramaniet heeft meestal een mooie, middelbruine hoed met kenmerkende, kleine, regelmatig gerangschikte, witte, dikke vlokjes, een beetje zoals bij vliegenzwam. Deze zijn gemakkelijk van de hoed af te wrijven. De rand van de hoed is gegroefd. Om de knolvormig verdikte steelbasis zit een witte beurs met een rand aan de bovenzijde. De ring is niet gestreept.
Je kunt panteramaniet verwarren met de algemene parelamaniet. Deze soort heeft een grijsbruine hoed met aangehechte, crèmekleurige plakjes, een aan de bovenzijde gestreepte ring, en de beurs om de steelbasis ontbreekt. Hét kenmerk waarin parelamaniet zich onderscheidt van alle andere amanieten is de roodverkleuring van het vlees bij beschadiging of doorsnijden. Dit is goed te zien in bijvoorbeeld vraatplekken van slakken en muizen of na even krabben aan de steel. In tegenstelling tot panteramaniet kun je deze ook vinden in bossen op pleistocene zandgronden, omdat hij beter tegen zure bodems kan. In lanen staan ze vaak bij elkaar in de buurt.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in de Week van … Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Inge Somhorst en Alfons Vaessen, Nederlandse Mycologische Vereniging en Paddenstoelenonderzoek Nederland
Foto’s: Alfons Vaessen; Henk Huijser