Natuurjournaal 27 juni 2024
Nature TodayHoewel de phegeavlinder bij de nachtvlinders hoort, is hij ook overdag actief. Deze vlinders komen maar op weinig plekken in Nederland voor, maar als ze er zijn, zijn ze met veel exemplaren bij elkaar. Op vakantie kom je phegeavlinders nog wel eens tegen als ze in hoge dichtheden langs de weg rondvliegen. Je kunt je bijna niet vergissen als je ziet. De vleugels zijn donkerblauw tot zwart en hebben een paar helderwitte stippen. Om het lijf zitten een of twee opvallende gele banden. De vlinder dankt zijn bijzondere naam aan Linnaeus, die hem in 1758 als ‘Sphinx phegea’ beschreef. In het Nederlands wordt vaak ook de naam melkdrupje gebruikt, wie de vlinder goed bekijkt begrijpt direct waar die naam vandaan komt.
De levendbarende hagedis is nu halverwege haar zwangerschap, over vijf weken legt ze eieren. Anders dan bij andere reptielen komen deze eieren onmiddellijk uit, soms zelfs terwijl ze gelegd worden. Daaraan dankt ze haar naam ‘levendbarend'. Bij hazelwormen en adders gaat het ook zo, en er bestaan zeesterren en vissen waarbij de eieren zich al in het moederlichaam ontwikkelen. Hoeveel jongen de levendbarende hagedis krijgt, is sterk afhankelijk van haar eigen formaat. Grote dieren krijgen tot wel acht jongen, bij kleinere dieren blijft het bij drie of vier. Net als de meeste andere hagedissen houdt de levendbarende hagedis van zonnen. Maar het is ook een uitstekende zwemmer. Een duik in het water levert namelijk heel vaak een mondvol insecten op die in het water zijn gevallen. De hagedissen komen vooral in de oostelijke helft van ons land voor. Maar je krijgt ze niet makkelijk te zien, het zijn schuwe dieren die zich bij de kleinste beweging verstoppen in de struiken of onder stenen.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Hans Dekker, Saxifraga; Raymond Creemers