Rupsen dagpauwoog - primair

Veel rupsen op de brandnetel

De Vlinderstichting
6-JUN-2024 - We hebben een aantal zeer vlinderarme weken achter de rug. De zogenaamde junidip begon al half mei en bovendien was het weer ook niet echt vlindervriendelijk. Ook nu zijn er nog niet heel veel vlinders te zien. Er worden wel grote aantallen rupsen gemeld, met name van de dagpauwoog.

De rupsen van de dagpauwoog zijn prachtig blauwzwart met kleine witte stipjesDie junidip is er ieder jaar. Dit heeft te maken met wanneer verschillende soorten vliegen en zich voortplanten. Er zijn vlinders met meer generaties per jaar. De vlinders van de eerste generatie zijn in april en mei aanwezig; ze leggen eitjes en sterven. Hun nakomelingen verschijnen in juni en juli. Soorten die maar één generatie hebben, verschijnen ook in juni en juli en dat betekent dat er eind mei-begin juni een periode is waarin er maar weinig vinders vliegen: de junidip. Dit is de reden dat er de afgelopen weken zo weinig vlinders te zien zijn. Maar als we nu naar buiten gaan, hebben we wel kans om rupsen te vinden. De meeste rupsen zijn verborgen en moeilijk te vinden, maar rupsen van een aantal brandnetelsoorten zijn juist opvallend en goed te vinden. En die zijn er op dit moment volop. Er zijn twee soorten, gehakkelde aurelia en atalanta, die hun eitjes stuk voor stuk op brandnetel afzetten. Hun rupsen zitten dus ook in hun eentje ergens op de plant. Die zijn nu wel te vinden, maar je moet er wel moeite voor doen.

De rupsen van de drie soorten die als groep op brandnetel te vinden zijn

Rupsennest van het landkaartje. Bij de rode pijl de kenmerkende hoorntjes op de kop. Als ze onder het blad zitten, verraden de keuteltjes hun aanwezigheid (witte pijl)Dagpauwoog, kleine vos en landkaartje leggen de eitjes met meer bij elkaar, soms zelfs wel honderden; die rupsengroepen zijn opvallend en goed te vinden. De dagpauwoog wordt verreweg het meest gemeld op de invoerportalen en dan gaat het inderdaad om duizenden rupsen. Ze zitten in groepen bij elkaar en als ze groot zijn, zoals nu het geval is, zijn ze onmiskenbaar. Ze zijn prachtig blauwzwart en hebben kleine opvallende witte stipjes en flinke ‘schijndoorns’ over hun hele lijf. Omdat er wel tweehonderd of driehonderd rupsen bij elkaar kunnen zitten, zie je die alleen in grote pollen brandnetel. Dat geldt ook voor de kleine vos. Die is de laatste jaren erg weinig te zien en ook de rupsen worden momenteel veel minder vaak gemeld. De rupsen van de kleine vos zitten ook in groepen bij elkaar. De kleur is bruinzwart met opvallende gele strepen. In kleine pollen brandnetel of in een paar planten bij elkaar kun je de rupsen van het landkaartje vinden. Zij zetten hun eitjes in kleinere groepen af en dat kan natuurlijk ook op plekken met wat minder uitbundige brandnetel. De rupsen van het landkaartje zijn donkerbruin en hebben ook duidelijke doorntjes over hun hele lijf. Een belangrijk verschil met de dagapauwoogrupsen zijn de ‘hoorntje’ die de rupsen van landkaartjes op hun kop hebben.

Doe mee!

  • Onderzoek de brandnetels in je buurt en geef je vondsten door via de invoerportalen Waarneming.nl of Telmee.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting