Ondanks slecht weer een succesvolle vleermuistuintelling

Zoogdiervereniging
29-MEI-2024 - Op 24, 25 en 26 mei vond de landelijke vleermuistuintelling plaats. Vliegende vleermuizen in de tuin met het blote oog waarnemen en tellen kan slechts gedurende een hele korte periode, van zonsondergang tot het echt donker is. Ondanks dat het – zeker op de vrijdagavond – behoorlijk regende is er op veel plekken geteld. Iedereen bedankt voor het meedoen!

In Nederland is de gewone dwergvleermuis de meest algemene soort. Dat zien we ook terug bij de telresultaten met 610 waarnemingen van deze soort. Opvallend is dat slechts 146 waarnemingen met ‘Vleermuis onbekend’ zijn doorgegeven. Dat betekent dat, misschien wel met behulp van de zoekkaart (pdf: 3,7 MB), veel mensen de vleermuizen op soort konden herkennen en tellen. Dat is best wel indrukwekkend! Alle resultaten zijn te vinden op de website van tuintelling.nl

Het regenfront van vrijdagavond 24 mei om 21:50

Vleermuizen houden niet van regen

Dat de regen tijdens het telweekend op sommige plekken roet in het eten gooide, komt niet alleen omdat tellen in de regen niet zo aantrekkelijk is. Als het regent, vliegen er namelijk ook geen vleermuizen. Hoewel vleermuizen zeker niet van suiker zijn, vinden ze regen niet fijn. Ze koelen dan snel af, hun vacht wordt nat en zwaar, het eten (vliegende insecten) verdwijnt en hun echolocatie raakt in de war. Vleermuizen gebruiken sonar ofwel echolocatie om door de donkere nacht te kunnen navigeren en hun prooi te vangen. Een miezerbui is geen groot probleem, maar als het harder gaat regenen wordt de sonar verstoord. Je kunt het vergelijken met door de regen fietsen met een bril op. Op vrijdagavond had vooral het oosten van het land geluk met het weer, de eerste tellingen kwamen dan ook uit de oostelijke provincies.

Voor vleermuizen geschikte tuinen

Er is ook een aantal tuinen waar wel is geteld, maar geen vleermuis is waargenomen. Dat is jammer voor de tellers maar levert wel informatie op. Het tellen van vleermuizen in de tuin vertelt ons namelijk hoe het ervoor staat met de hoeveelheid groen in de buurt en of er geschikte verblijfplaatsen zijn in de omgeving. Beide zaken kun je ook zelf positief beïnvloeden. Vergroen je tuin en nodig je buurt uit om ook mee te doen. Maar wat maakt een tuin nu geschikt voor vleermuizen?

  • Bloemen die insecten lokken

Doe mee met het NK Tegelwippen waar veel gemeenten aan meedoen. Immers, wat goed is voor insecten (inheemse en biologische planten en bloemen) is ook goed voor de insectenetende vleermuis. Bloemen met een positief effect op vleermuizen zijn nachtbloeiers zoals kamperfoelie (Lonicera periclymenum) en teunisbloem (Oenothera lamarckiana). Denk ook aan een composthoopje, dat trekt veel leven naar je tuin en dus ook vleermuizen.

Teunisbloem

  • Een vijver

Een gewone dwergvleermuis vangt zo'n duizend kleine insecten per nacht. Dat is hard werken en van hard werken krijg je dorst. Een vijver in de buurt is dan een welkome dorstlesser. Een vleermuis kan vliegend over het water scheren om een slokje te nemen. Bovendien is een vijver aantrekkelijk voor muggen en die staan weer hoog op het dieet van vleermuizen.

  • Plekjes om weg te kruipen

Veel van de meest getelde soorten vleermuizen zoeken onderdak in een holte in een gebouw. Denk dan aan de spouwmuur, de ruimtes onder het dakbeschot of achter een boeiboord. Houd rekening met vleermuizen als je gaat na-isoleren of verbouwen. Ook het ophangen van een vleermuiskast in de tuin of aan het huis kan de vleermuis helpen.

Vleermuiskast en boeiboord

  • Afwezigheid van lichtbronnen

Het is misschien een inkoppertje, maar nachtdieren zoals de vleermuizen houden van het donker. Voor ons veiligheidsgevoel (of om niet te struikelen als je in het donker thuiskomt) hangen we vaak ook in de achtertuin verlichting op. Dat kan de vleermuizen echter tegenhouden om jouw tuin te bezoeken. Omdat er al veel lichtvervuiling is door de ruim aanwezige straatverlichting, is het voor de vleermuizen heel fijn als er ook een donkere plek in de buurt is om te vliegen. Wil je toch graag tuinverlichting? Denk dan aan een lamp met bewegingsmelder of handschakelaar. Dat is ook nog eens beter voor het milieu.

Tekst: Zoogdiervereniging
Foto's: Erik Broer (leadfoto: rosse vleermuis); Weeronline; Erik Korsten