Natuurjournaal 12 mei 2024
Nature TodayIn het oude Egypte werd bieslook al vereerd en de plant wordt sinds mensenheugenis gebruikt in de keuken, maar wist je dat bieslook ook tot onze wilde flora behoort? In het wild groeit hij op oevers die vooral in de winter overstroomd kunnen raken. In Nederland was hij oorspronkelijk vrij zeldzaam en beperkt tot het rivierengebied, maar door cultivering als sierplant of keukenkruid is bieslook overal verwilderd en ingeburgerd. Hij wordt nu op allerlei plaatsen bloeiend waargenomen. De bloemen hebben opvallende kleuren: roze, blauw-violet en soms wit. Hommels, vlinders en bijen zijn dol op de bloemen die zowel nectar als stuifmeel leveren, en ook (zweef)vliegen en kevers hebben er profijt van. Ook voor mensen komen de bloemen van pas: naast de jonge bladeren en stengels zijn ook de bloemen eetbaar.
Wanneer je een gele vlinder ziet vliegen denk je meestal aan een citroenvlinder, maar in Nederland komt nog een opvallende gele vlinder voor: de hagedoornvlinder. Anders dan je zou vermoeden hoort de hagedoornvlinder bij de nachtvlinders. Desondanks kan je hem ook overdag tegenkomen, hij vliegt vooral in de schemering. De hagedoornvlinder is te onderscheiden van de citroenvlinder door de bruine vlekken op zijn vleugels, want die heeft de citroenvlinder niet. Ook is hij een slagje kleiner. De hagedoornvlinder hoort bij de familie van de spanners, één van de grootste nachtvlinderfamilies van Nederland. Je kan hem overal tegenkomen: in bossen, op de heide en ook in stadsparken en tuinen. Zijn naam dankt de vlinder aan de plant waar zijn rupsen van eten. Hagedoorn is namelijk de oude naam voor meidoorn en dat is precies waar de rupsen dol op zijn.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: H. Zell, Wikimedia Commons; Peter Meininger, Saxifraga