Natuurjournaal 21 april 2024

Als de zon even schijnt kan het op beschutte plekken toch aardig opwarmen en kun je vast wat vlinders zien. Een mooie voorjaarsvlinder is het klein geaderd witje. Bij dit witje zijn aan de onderkant van de vleugel de aders groengrijs bestoven. Een mooi gezicht als ze met hun vleugels gevouwen zitten! Ze vliegen nu, tot begin juni. Daarna doen de rupsen zich tegoed aan bladeren van kruisbloemigen, vooral look-zonder-look en pinksterbloem. De tweede en derde generatie van het klein geaderd witje, later in het jaar, heeft veel minder opvallende aders. Dan zijn ze een stuk moeilijker te herkennen. Ga dus nu naar ze op zoek!

De wilde gagel komt langzamerhand in het blad. Intussen zitten ook de laatste bloemen aan de struiken, een mooi gezicht van zachtgroen met oranjegeel. De ongeopende mannelijke katjes zijn bruinrood en worden meer oranje wanneer ze opengaan. Wilde gagel groeit op plekken die ’s winters onder water staan maar zomers droog zijn. Zoals in moerassen, langs waterkanten en in de duinen. Als je de plant van dichtbij bekijkt, zie je dat bladeren, takken en zelfs de bloemen bedekt zijn met kleine gele of rode klieren. Die verspreiden een sterke kruidige geur, een beetje als eucalyptus. Vroeger werd wilde gagel hierom gebruikt als vliegenverjager, maar ook als smaakmaker. Het was een van de ingrediënten van gruit, waarmee bier op smaak werd gebracht.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Henk Bosma, Saxifraga; Peter Meininger, Saxifraga